meer, dat Rusland op het gebied van den oorlog en de buitenlandsche verhoudingen voorloopig niet veel gewicht in de schaal zal kunnen leggen. Ook hierom is de toetreding van Amerika voor de Entente van overgroote beteekenis, in ieder geval als vergoeding voor eventueel verlies van Rusland's steun en hulp.
De Centralen blijven op het oosterfront tegenover den Russischen brouwketel, die bruist en borrelt, een afwachtende houding aannemen, niet door een overigens goede kansen aanbiedenden stoot naar Moskou of Petrograd het wagend de Russische volksziel uit te dagen tot een overweldigende nationale aaneensluiting harer talrijke fragmenten. En de Russische legers, thans onder generaal Alexejef, blijken door de revolutie in ieder geval ook eenigszins gedesorganiseerd te zijn: wat er in Helsingfors gebeurde, waar honderden officieren om het leven werden gebracht door de revolutionair gezinde soldaten, zal wel niet alleen staan, wat men ook in de Entente-telegrammen dienaangaande vermeld vindt. Het zou een wonder zijn, als de door de revolutie overvallen Russische reactie nu kalm het hoofd nederlegde bij de omwenteling, die haar en hare belangen ten eenenmale dreigde te verslinden.
Aan het westerfront daarentegen woedde sedert Paschen de grootste slag, waarvan de wereldgeschiedenis melding maakt. Na een voorbereiding door een artillerie-actie eveneens zonder voorbeeld - een hel van vernielend vuur - drongen de Engelsche honderdduizenden bij Atrecht en Lens, de Fransche tusschen Soissons en Rheims op de Duitsche liniën in en hadden succes. Meer dan 30000 gevangenen en 300 kanonnen, voornamelijk uit de door het ondragelijke spervuur van het overige Duitsche leger afgesneden loopgraven en onderaardsche schuilholen, vielen den Entente-legers in handen. Maar de nieuwe Duitsche linie zelve, de ‘Siegfried-linie’, door honderdduizenden met taaiheid verdedigd, werd niet doorbroken, alleen ernstig ‘gedeukt’ en de Ententelegers drongen eenige kilometers verder door in een ten deele door den altijd terugtrekkenden vijand, ten deele door de eigen artillerie deerlijk vernield terrein, waar slechts droevige puinhoopen van eertijds rijke en bloeiende steden en dorpen, fabrieken en mijnen overgebleven zijn. Het is nu overigens wel gebleken, wat de ‘strategische terugtocht’ van Maart beteekende: overtuigd van de onhoudbaarheid van de door een reuzensterke artillerie aangevallen oude, niet langer bomvrije loopgraven-liniën, wilde Hindenburg's legeraanvoering den vijand brengen in een verwoest en vernield terrein, waarachter de Duitsche legers snel een nieuwe