Leestafel.
H.F. Tillema. ‘Kromo Blanda.’ Over 't vraagstuk van ‘het Wonen’ in Kromo's groote land. 2e deel, 1916.
Wanneer de heeren voorstanders van het ‘batig slot’, van een halve eeuw en langer geleden, nog konden kennis nemen van ‘Kromo Blanda,’ zouden zij zich moeten schamen over hun cynisme of, wat wij liever willen onderstellen, over hunne onkunde. Hunne redeneering was immers: ‘in alle behoeften van Indië wordt ruimschoots voorzien, en als er dan toch nog geld overblijft kunnen wij het met een gerust geweten tot ons nemen.’ Dat er dan alleen geld kon overblijven door dat men den Javaan (de eilanden buiten Java telden nauwelijks mede) te zwaar belastte, kwam zelfs niet bij hen op; die ‘onderdaan’ verkeerde immers, ondanks alle belastingen in geld en in arbeid, in een geluksstaat.
Maar dit daargelaten; op alle tonen werd den weinigen bestrijders van het ‘geniale’ stelsel voorgezongen dat in alle behoeften der koloniën immers ruimschoots, met milde hand, werd voorzien. En hoe was nu de toestand toen, met het jaar 1878, de ‘bijdragen aan het moederland’ ophielden? Hoe is hij, al is in de latere jaren inderdaad heel wat gedaan, grootendeels nu nog? Laat ons slechts zeggen dat, wanneer de middelen daarvoor konden worden aangewezen, veel meer zou zijn gedaan om ons eilandenrijk verdedigbaar te maken; om handel en nijverheid te bevorderen; om door een goede politie lijf en goed der inwoners beter te beschermen; om dezen, door opvoeding en onderwijs, te brengen tot een hoogeren trap van beschaving; om op allerlei wijzen de zooveel te wenschen latende volksgezondheid op beter peil te stellen, en zoovoorts.
De heer Tillema heeft zich beijverd, met feiten en cijfers aan te toonen hoe ellendig het thans met de volksgezondheid in Indië gesteld is. In het eerste deel, door mij besproken in Onze Eeuw van November 1915, had hij het over de groote behoefte aan zuiver water; thans behandelt hij verschillende plaatselijke toestanden, die met alle begrip van hygiène spotten.
Dat hij daarmede een buitengewoon nuttig werk doet, staat