ontkennen en de kort daarna gevolgde klap, de gevoelige klap, bij Verdun het verzwakte leger van den Duitschen kroonprins toegebracht door de met onweerstaanbare geestdrift overmachtig aanvallende Franschen veranderde weinig aan dien voor de Centralen gunstigen militairen toestand. Vergelijkt men de militaire positie der Centralen van Kerstmis 1915 met die van Kerstmis 1916, dan blijkt het verlies van eenige kilometers aan de Somme en bij Verdun, bij Görz en Monastir gering in verhouding tot de zegepralen in Walachije met zijn ontzaggelijke voorraden en hulpbronnen. Maar, al verzekert Lloyd George tegenover het Duitsche klaroengeschal nog zoo krachtig, dat de Centralen ‘verslagen, verslagen, verslagen’ zijn, de feiten spreken hem tegen. Ook de Entente intusschen is verre van ‘verslagen’. Zij heeft in Engeland en Frankrijk door het aan het hoofd plaatsen van sterke karakters en energieke persoonlijkheden, in overeenstemming met uitingen van Rusland en Italië, nog eens duidelijk te kennen gegeven, dat zij hare reeds reusachtige krachtsinspanning in 1917 nog hooger wil opvoeren. Verslagen is geen van beide partijen maar beiden naderen snel het hoogtepunt hunner opofferingen aan bloed, aan geld, aan ontbering van allerlei aard.
En zoo kwamen de Entente-mogendheden alvast tot het in deze omstandigheden te verwachten antwoord: noemt uw voorwaarden, opdat wij kunnen oordeelen over uw oprechtheid; van onzen kant, voegden zij erbij, houden wij vast aan onze eischen, die in het algemeen luiden: herstel, vergoeding, waarborgen voor de toekomst, gelijk de Centralen van hunne zijde ook reeds lieten hooren: wij zijn bereid tot vergoeding van het erkende onrecht in België maar wij verlangen waarborgen tegen aanvallen als die, welke wij vreesden, toen wij den eersten slag sloegen.
Zoo is dan werkelijk het gevolg der nota van 12 December geweest: opening der mogelijkheid van onderhandeling over den vrede. De strijdende volkeren snakken naar vrede maar van beide kanten willen zij geen vrede van voorbijgaanden aard, die over eenige jaren opnieuw tot een oorlog zou kunnen voeren; het onbeschrijfelijke lijden der jaren 1914-6 heeft hen zwaar getroffen, zij willen herhaling verhoeden, zij willen een definitieven vrede. Is die bereikbaar, nu geen van beide partijen zich overwonnen kan of wil verklaren? Het zal moeielijk zijn, hoogst moeielijk maar er is hoop, zoo nog geen verwachting, ja er is gegronde hoop - en dat is meer dan wij met Kerstmis 1914 en 1915 konden zeggen. Laat ons dan die hoop koesteren, laat ons al het mogelijke