Onze Eeuw. Jaargang 16(1916)– [tijdschrift] Onze Eeuw– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 300] [p. 300] Verzen Door C.A.B. van Herwerden. Rups en vlinder. Er stond aan de uiter-duinenrand Een kruiskruidplant Als wachter. Het blonde strand, de blauwe zee, De lichte lucht Daarachter. In geel en zwart livrei-pak zat Op 't kartelblad Van onder Een rups naar lust te knage', en hoog Het kruid omvloog Een wonder- teedere purpren vlinder, scheen Een vlammetje om de sterren heen der bloemekransen; Het fladderflipte er even neer, Zat roereloos, dan wipte weer Aan 't dansen. [pagina 301] [p. 301] In 't helm voorover, lang-uit lag Een jongen, zag Naar rups en vlinder. En wetend beider tweeheid één, Hij blijde scheen Zich vinder Van groot geheim, en om zijn mond En de oogen rond Trok 't beven Van vreugde dat hij 'n wonder woord Voor 't eerst verstond Van 't Leven. [pagina 302] [p. 302] De stervende leeuwerik. Leven-gevende Lente-dag. - De wolken dreve' in 't blauw voorbij. Een vleugel-lamme leeuwrik lag Op de open wei. Bij ieder wind die langs hem streek Zwol zijn verlangen 't lijfjen, - uit- beefden zijn vlerken, er ontweek Een zwak geluid: Een smeekend droef gevezel van Wat stijgens-ree niet stijgen mag, En zingens-ree niet zingen kan Een Lente-dag. - Hij hoorde 't juichende gewiek Van ver omhoog en vlak nabij, En fladderde eenzijds op, - dan ziek Zwijmelde hij. En lag nu tusschen 't groeiend gras, 't Ontbott'-ontbloeiend fijn getril Van wat ten leve' ontwakend was, Roereloos stil. ................................ Al hooger klom in 't wolk-bevrijd, Bodemloos blauwe hemel-meer De zon, zendend naar alle zijd Haar stralen neer, Totdat zij boven 't diertje stond, Vlammende gloed door de oogleen dicht. Toen was 't als hieve' 't van den grond Vleuglen van licht; - [pagina 303] [p. 303] Of 't steeg al hooger, hooger omhoog, Zoo hoog als nooit het vliegen kon, - - en zweefde - en rustte niet, maar vloog In 't hart der zon. Toen, licht als 't licht, jubelend blij, Van Lente en Leven, 't lied ontvlood Het bevend keeltje. Dan terzij Zwijmde het... dood. - Vorige Volgende