te maken om Turkije, Bulgarije, en ook Roemenië en Griekenland, deze laatsten ten minste economisch, steeds vaster aan zich te verbinden. Niettegenstaande alle berichten van ontevredenheid over het Duitsche regiment in Turkije, over moordaanslagen op Enver pascha en de zijnen, over oproeren en aanslagen der Turken en Bulgaren op de aan de Centralen verknochte leiders, gaan de zaken voor dezen daar voorspoedig en Roemenië en Griekenland, in hunne onzijdigheid volhardend, zien er dan ook blijkbaar geen voordeel in om met hen te breken. Zoolang de Centralen hier militair in het voordeel blijven is er geen verandering te verwachten. En er schijnt weinig kans op, dat zij in het nadeel zullen komen.
Ook de van Engelsche zijde verwachte kans, dat Amerika zich tegen Duitschland zou keeren, is geheel verdwenen, sedert het laatste in een nieuwe lange nota in antwoord op Wilson's laatste zijn bereidwilligheid tot matiging van den duikbooten-oorlog heeft betuigd, mits Amerika van Engeland matiging in den uithongeringskrijg eischte. Amerika verwierp die gevaarlijke ‘mits’ wel uitdrukkelijk maar het doet toch alsof het met Duitschland's toezegging tevreden gesteld is en de spanning tusschen beide landen is zoo goed als verdwenen. En Japan verrijkt zich uitermate door den steun aan de Entente verleend, wat voor deze op den duur ook een gevaar opleveren zou, want het oostelijke eilandenrijk geniet geenszins de reputatie van vertrouwbaarheid in zijn plannen op China en wat het verder voor kansen mocht zien. Het blijkt eindelijk, dat Rusland, om Zweden niet te verbitteren, de versterking der Alands-eilanden, voor Zweden's positie in de Oostzee een groot gevaar, als een alleen voor den duur van den oorlog genomen maatregel wenscht beschouwd te zien, welke vriendelijke stemming zeker ook onder inwerking zijner westelijke bondgenooten verkregen is.
Engeland zelf heeft door den geduchten opstand der Iersche Sinn Feiners, blijkbaar heimelijk door Duitschland gesteund, zoo niet bewerkt, ingezien, dat met Ierland duchtig rekening moet gehouden worden. Wel is de opstand spoedig in bloed gesmoord en zijn de leiders na een kort proces neergeschoten behalve Sir Roger Casement, wiens lot nog niet beslist is, en nog eenige anderen; maar juist deze strenge maatregelen hebben in wijden kring onder de tegenover Engeland nooit geheel vertrouwbare Ieren ergernis gewekt, een ergernis, die een aanzienlijke troepenmacht in Ierland zal moeten doen vastleggen, wat weêr op den toestand aan het westelijk front belemmerend werken moet.