schien uit die hand geen vrede willen?! Dat zou toch onzinnig zijn. Gevaarlijk, blazen anderen: dat wordt een vast gezantschap bij den Paus! Neen, zegt de Regeering, dat is de bedoeling niet, waarop men antwoordt: accoord, maar wel het gevolg! En zelfs als dat het gevolg moest zijn - mogen wij zeggen - zou de kans, zij het een kleine kans, op vrede, op onze medewerking bij pogingen tot vrede, het offer - als het er een is - waard zijn. Daarom, geen kabaal met gebaren van 1853 en 1872, maar eenvoudig toeslaan, omdat de door allen vertrouwde Regeering de wenschelijkheid inziet; geen protestantsch of anti-clericaal kabaal in deze dagen, waarin eendracht onze kracht meer dan ooit moet heeten. Toeslaan, zonder te luisteren naar wijsneuzige protesten van ‘ontruste’ kerkeraden en ‘evangelische’ of anti-clericale personen en lichamen. In zulke zaken heeft men te luisteren naar een deskundige Regeering, die bewijzen te over heeft gegeven, dat men haar leiding veilig kan volgen. Maar vooral: eenheid, eendracht! Wij hebben die noodig.
Lusitania! Niet het rumoerige Portugal, waar men weder eens een revolutie heeft beleefd, maar het ongelukkige zeekasteel, dat door een duikboot in twintig minuten vernield is op de Iersche kust. Wat wonder, dat een trilling op het bericht van de ramp de geheele wereld heeft bevangen; 1400 onschuldige mannen, vrouwen en kinderen omgekomen! Vreeselijk! En in Engeland en Amerika hevige verontwaardiging, niet het minst omdat Engelschen en Amerikanen - de uitverkorenen onder de volken - de slachtoffers zijn. Inderdaad, het is vreeselijk en de ontzetting alom volkomen gewettigd. Ook de verontwaardiging? Dat hangt ervan af, of er gewaarschuwd is, voldoende gewaarschuwd èn of er oorlogstuig aan boord was. Aan beide valt niet te twijfelen: vóór de afvaart is ernstig gewaarschuwd tegen inscheping op het van te voren ten ondergang gedoemde vaartuig; het wordt niet met zooveel woorden door de bevoegde macht ontkend, dat het Engelsche schip voor de zooveelste maal oorlogstuig in aanzienlijke hoeveelheid aan boord had. Zoo was het aan boord gaan van zooveel passagiers op zijn minst onvoorzichtig, ja onverantwoordelijk. Men heeft gedacht, dat het zoo'n vaart niet loopen zou, dat het schip veilig genoeg was, dat een duikboot het niet wagen zou Amerikanen, Amerikanen! bloot te stellen aan een ellendigen dood. Dàn zou de verantwoordelijkheid terugvallen op de regeering, die het oorlogstuig liet overbrengen, of de directie, die de taak op zich nam. Of op de duikboot, die uit zorg voor eigen veiligheid geen