Leestafel.
Fokko Bos. De vreemde woorden. Verklarend woordenboek. 2e druk. Maatschappij voor goede en goedkoope lectuur. Amsterdam.
Het is 's werelds loop, dat het oudere verdrongen wordt door het nieuwere, dat op zijn beurt weer veroudert.
Zoo hadden, in mijn jeugd, de wiskundige leerboeken van Jacob de Gelder al nagenoeg afgedaan; ze werden alleen nog gebruikt op het gymnasium, waar de leeraar geen enkele reden zag, het zoovele jaren door hem betreden pad te verlaten. Nu zijn weder de werken van Strootman, Badon Ghyben en Kempees, naar ik vrees, nog slechts bij den antiquarischen boekhandel te vinden, hoe velen er ook zijn die daaruit hunne wijsheid hebben geput. En op ander gebied: wie leert nu nog Fransch uit Baudet, geschiedenis uit Wynne?
Hetzelfde geval doet zich hier voor. Tientallen van jaren heeft Kramers' kleine woordentolk ons allen vele goede diensten bewezen, - het boekje schijnt thans de plaats te moeten ruimen voor dat van den heer Bos, dat duidelijker gedrukt en, zooals mij bij vergelijking van enkele bladzijden bleek, vollediger is.
Bij die vergelijking maakte ik een paar opmerkingen, waarvan de vermelding hier misschien eenig nut kan hebben, al kan van critiek geen sprake wezen.
De heer Bos heeft het, terecht, dienstig geacht, vele ‘argot’-woorden op te nemen; of daarbij de volledigheid is genaderd? Mij viel het op dat sjemiel = arme drommel, niet in de lijst voorkomt.
Bestaat er voor het bekende drukstiftje, punaise, geen Hollandsch woord? Het is niet juist, dat het stiftje van koper vervaardigd is; het is altijd van staal.
Het Hollandsche woord voor sky-scraper schijnt mij eerder te zijn ‘wolkenkrabber’ dan ‘hemelkrabber’; en nu de heer Bos smoddermuilen opnam, had hij m.i. verder kunnen gaan, door vele woorden te vermelden die in onze oudere letterkunde voorkomen.
Er is dus reden te verwachten, dat een volgende uitgaaf weer