ingezetten winter bestoken de vijandelijke millioenen elkander hevig in de loopgraven en versterkingen in Noord-Frankrijk en wat er nog van België rest, zij het dan onder de inundatie van de Yser. Telkens uit een der partijen de hoop, de verwachting, de zekerheid, dat de eindbeslissing nadert, de overwinning een zaak van een paar dagen is; maar de Duitschers hebben Duinkerken, Calais en Boulogne nog niet en de Bondgenooten slagen er evenmin in om den vijand terug te dringen. Men gaat zich allengs huiselijk op den winter inrichten, met petroleumkacheltjes uit de vernielde dorpen en steden, den winter met zijn verschrikkingen, waaraan het ongelukkige, ontvolkte, vernielde België rijkelijk zijn deel zal hebben. Zouden weêr als voor 300 jaar de Ardenner wolven de Belgische dorpen komen bezoeken op klaarlichten dag?
Aan het oostelijk front is het voordeel na een zwaren terugslag weder aan Duitschland en Oostenrijk, dank zij een welgelukten flankaanval op de Russische legers aan de Poolsche grens, ook nu weder geleid door Von Hindenburg, den overwinnaar van Tannenberg. Maar, al is de weg naar Berlijn nog ver, Gallicië blijft grootendeels in Russische handen en Przemysl, dat den weg naar Krakau beheerscht, is weder ingesloten door de Russische legers, die ook de Karpathen weder bedreigen. Ook hier zal de winter wel eenigen stilstand brengen. En het herstel van Polen?
Duitsch West- en Oost-Afrika is nog zoo goed als ongerept en de onverwachte, ietwat onbegrijpelijke opstand in de Afrikaansche Unie, waaraan De Wet en Beyers hun groote namen verbonden, had ten minste dit gevolg, dat de ondernemingen van Engeland tegen deze laatste Duitsche koloniën tijdelijk moesten worden opgeschort. Die opstand schijnt, als men de Britsche berichten gelooven mag, spoedig te zullen worden onderdrukt, doordat de groote massa der Boerenbevolking niet medegaat met deze overijlde poging om Hollandsch Zuid-Afrika van Engeland onafhankelijk te maken.
Ter zee blijft het vrij kalm, nu de dappere Emden, van alle kanten opgejaagd, op de Cocos-eilanden is gestrand en daarmede een einde is gemaakt aan zijn avontuurlijke en schitterende kapertochten; de Preussen ligt in Sabang geïnterneerd, de Geier aan de Afrikaansche kust opgesloten, zoodat de Indische zee nu weder, tijdelijk ten minste, vrij is. En de lang verwachte val van Tsingtao heeft ook de gewettigde vrees voor Duitsche vermetelheid in de Chineesche Zee weggenomen; Japan heeft zich na een verbitterden strijd zoo van deze Duitsche kolonie als van die in de Zuidzee meester gemaakt; de eerste hield het natuurlijk in handen, de