aldaar te klagen over de bemoeilijking van den neutralen handel, maar dàn zou de vrees voor den machtigen staat misschien meer invloed hebben dan de zoo luide verkondigde sympathie met de kleine. Op dien grond vooral is het niet te verwachten, dat vooreerst van zulk een maatregel, voorgesteld in verband met zekere in Engeland merkbare onrust tegenover sommige Duitsche successen ter zee, sprake zal zijn. Quod di avertant! Want ons bestaan zou ermede op het spel gezet worden; wij zouden wel genoodzaakt zijn het geweer van den voet aan den schouder te brengen.
Daarvoor schromen ook andere neutralen. Portugal; dat blijkbaar onder Engeland's druk neiging vertoonde om mede te doen, trok zich terug; Italië volhardt in zijn neutrale houding: het heeft immers in Albanië reeds, naar de berichten luiden, te Walona vasten voet, de eerste beweging naar het begeerde loon; Turkije, vol thans van Duitsche sympathieën, sloot de Dardanellen af, maakte zijn oorlogsvloot in orde en mobiliseerde sinds lang, maar in afwachting van goede kansen; Roemenië, Bulgarije, Griekenland blijven voorloopig min of meer zenuwachtig maar toch ten slotte buiten den strijd; Spanje met zijn Fransche neigingen houdt zich geheel op den achtergrond; de Scandinavische landen verbergen hunne vrees voor Rusland niet maar nemen toch een stipte neutraliteit in acht. De Vereenigde Staten eindelijk letten angstvallig op wat er in het als in waanzin zichzelf vernielende Europa voorvalt en peinzen over vredelievende bemiddeling.
Vrede! Hoe ver echter schijnen wij op dit oogenblik daarvan nog verwijderd! Frankrijk en België, ook het blijkbaar uitgeputte Servië zouden daarvan wel niet ten eenenmale afkeerig kunnen blijken. Maar Rusland, Duitschland en Engeland verklaren nog dagelijks tot het alleruiterste te willen strijden en er is, helaas, weinig uitzicht, dat de wanhopige kamp binnen afzienbaren tijd een einde zal nemen. En zoolang zal ook Nederland, wat het ook aan krachten en geld kosten moge, ten volle gewapend zijne grenzen hebben te bewaken, voorbereid op het ergste, als het noodig mocht zijn. Quod di avertant!