Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Eeuw. Jaargang 14 (1914)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Eeuw. Jaargang 14
Afbeelding van Onze Eeuw. Jaargang 14Toon afbeelding van titelpagina van Onze Eeuw. Jaargang 14

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.16 MB)

Scans (89.31 MB)

ebook (4.62 MB)

XML (3.82 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Eeuw. Jaargang 14

(1914)– [tijdschrift] Onze Eeuw–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 460]
[p. 460]

Buitenland.

In Zweden gebeuren vreemde dingen. De landsverdediging is er, naar allen toegeven, niet in orde: leger en vloot hebben reorganisatie noodig, de vestingen moeten ten opzichte van de bewapening beter voorzien worden. Daarvoor is geld, is krachtige persoonlijke deelneming van iederen burger noodzakelijk. Alleen bij behoorlijke inrichting der landsverdediging kan Zweden zijn positie als machtigste Scandinavische staat handhaven. Tegen wien en wie zal het zich in postuur moeten stellen? Tegen Rusland? tegen Duitschland? tegen Noorwegen of Denemarken? In ieder geval tegen elke mogendheid, die in de Oostzee de suprematie zou willen voeren; tegenover alle gebeurlijkheden in dezen onrustigen tijd van ‘vrede onder de wapenen’. Koning Gustaaf V uit het militair voelende huis Bernadotte gevoelt dit krachtig en zijn volk voelt het met hem mede. Maar het nationale hart klopt niet overal even snel en energiek. De boeren, over het algemeen conservatief, nemen levendig deel aan de beweging; zij zijn bereid tot elke opoffering voor Zweden's grootheid, voor Zweden's aanzien in de wereld. Meer dan dertigduizend hunner trokken op naar Stockholm tot het houden eener krachtige betooging in de hoofdstad. Maar de liberale, radicale en socialistische partijen in de steden, ten minste de beide laatste, willen niet weten van neigingen om Zweden weer te maken tot een krachtigen militairen staat als weleer; zij vreezen daarvan onmatige versterking der koninklijke macht en evenredige verzwakking der volksvrijheden, der constitutioneele waarborgen tegen willekeur. De Koning wenschte de boeren toe te spreken in aanmoedigende termen maar het radicale ministerie Staaff verlangde hem die termen voor te schrijven; de Koning weigerde en stortte, onder heftige gemoedsbeweging ook zijner naaste omgeving, zijn hart uit tegenover de nationale betooging. Het ministerie bood zijn ontslag aan, gelijk in 1853 in dergelijke omstandigheden Thorbecke ten onzent deed; ook vele liberalen weigerden den Koning te steunen op den ingeslagen weg, al erkenden ook zij de noodzakelijkheid van krachtige maatregelen voor de landsverdediging: zij achtten dien weg inconstitutioneel, de constitutie zelve in gevaar, een staatsgreep voor de deur tot

[pagina 461]
[p. 461]

verzekering der uitvoering van 's Konings wil. Een heftige liberaalsocialistische tegenbetooging volgde. Maar de Koning, aangevuurd door den bij hem invloedrijken, populairen, energieken ontdekkingsreiziger Sven Hedin, hield vol, steunend op de geestdrift der boeren, op die der jonge mannen, op die der studenten in het bijzonder. Toegejuicht door een aanzienlijk deel der bevolking, met wantrouwend stilzwijgen begroet door de ‘intellectueelen’, slaagde hij er in een extra-parlementair ministerie-Hammerskjöld te vormen, bereid om in nationalen zin met hem mede te werken en de van beide kanten opgezweepte hartstochten tot bedaren te brengen. Zoo staan de zaken nu en verwacht wordt de aanbieding eener wet op de landsverdediging in 's Konings zin. Hoe zal de volksvertegenwoordiging daartegenover staan? Een Kamerontbinding zal wel moeten volgen, een beroep op het land.... maar met welk resultaat? Alles schijnt erop te wijzen, dat de nationale beweging het winnen zal en de radikaal-socialistische tegenstand - gelijk overal tegen uitbreiding van militaire macht - zal worden gebroken, vooral wanneer de liberalen gerustgesteld worden ten opzichte der gevolgen voor de constitutie. De Koning zal de zaak dan gewonnen hebben.

De militaire macht, aangewend tot bescherming der bedreigde staatsinstellingen, is in Zuid-Afrika opgetreden in de ure des gevaars. De groote spoorwegstaking bleek uit te zullen loopen op een revolutionnaire beweging, gericht tegen de bestaande Unieregeering en met het plan om deze te vervangen door een socialistische syndicaatsregeering. Botha en de zijnen, in deze kritieke omstandigheden gesteund door Herzog en zijne oppositie, brachten het leger in beweging en riepen de boerencommando's op. Deze machtsontwikkeling slaagde erin de socialistische beweging aanstonds te smoren. Maar de Unie-regeering ging verder: zonder schromen greep zij de gevaarlijke leiders na scherpen tegenstand vast en zette ze uit het land zonder te wachten op een veroordeelend vonnis. Onwettig? Volkomen, maar tevens noodzakelijk. Wie angstvallig aan de wet vasthoudt in dagen van dreigende revolutie, speelt in de kaart der revolutionnairen, die op zulk een zwakheid bij de regeerenden rekenen. Tegenover de revolutie, die zelve recht en wet niet eerbiedigt, is ten slotte overtreding van de wet het eenige redmiddel. Dat hebben Gladstone, Botha en Smuts begrepen. Zij zetten de leiders op een schip bij elkander en zonden hen naar Engeland, waar zij zich kunnen beklagen; daarna vroegen zij voor hunne evidente wetschennis indemniteit, die hun ook zonder al te veel moeite werd geschonken, al werden er luide

[pagina 462]
[p. 462]

kreten van ergernis geuit door de medeplichtigen aan den toeleg en door de aanbidders van de wet quand même. Zuid-Afrika mag de Unie-regeering dankbaar zijn voor hare door de omstandigheden noodzakelijke wetsovertreding: ‘aux grands maux les grands remèdes’, tegenover de revolutie machtsontwikkeling en energie! Dat is het eenige noodige. Gelukkig was het niet noodig bloed te doen vloeien, maar ook daartegen mag een regeerder niet opzien, waar het de redding van het staatswezen geldt. En daartegen zou de Unie-regeering ten slotte ook niet hebben opgezien. En de wet dan? Legum servi sumus... Maar zij, die revolutie maken, schenden zelf de wet, waarop zij zich in geval van mislukking wenschen te beroepen. Zulk een geveinsd beroep mag worden verwaarloosd of wel, als men wil, worden beantwoord met een ‘wettelijke’ veroordeeling maar dan tevens met feitelijken lof voor hen, die de wet in deze omstandigheden durfden overtreden tot behoud van de wet zelve.

Van den Balkan ditmaal weinig nieuws dan alleen, dat de prins van Wied nu toch werkelijk gaat, ingehaald zelfs door... Essad pasja, een tijdlang zijn mededinger, weldra misschien zijn minister van oorlog! Italië en Oostenrijk samen zullen Albanië's patroon zijn en hunne oorlogsschepen samen den nieuwen vorst geleiden naar zijne hoofdstad. Griekenland ontruimt Zuid-Albanië en krijgt de ‘neutraal’ verklaarde eilanden, misschien zelfs de Dodekanesus, waar Italië zich gereedmaakt zijne bezettingen terug te trekken.

Turkije en Bulgarije, door Roemenië en de mogendheden ernstig gewaarschuwd, zullen het voorloopig wel niet wagen om op Griekenland aan te vallen en de Jong-Turken onder leiding van Enver pasja zullen van hunne grootsche wraakplannen voorloopig moeten afzien, al blijven zij een hoogen toon voeren en voor het publiek de mogendheden trotseeren. Ook wij hebben daarvan last gehad: een gevangen Albanees is binnen het hek van ons consulaat, waarin hij vluchtte, door een paar Turksche gendarmen gevat. Dergelijke dingen zijn ook bij andere consulaten in den laatsten tijd voorgekomen, ten eenenmale tegen de bij ‘capitulatie’ in Turkije gewaarborgde rechten der vreemde consulaten. Op aandrang der vreemde gezanten heeft de Turksche regeering, hoewel schoorvoetend, hare verontschuldiging aangeboden. Maar van deze bemerkt de Turksche bevolking al heel weinig en zij blijft zoo hare regeering bewonderen, die, in afwijking van wat vroegere regeeringen deden, de trotsche en aanmatigende ‘ongeloovigen’ durft braveeren op hun eigen terrein.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken