van Haesteren Tenninck willen meeleven, gelijk de schrijfster ons die op haar eenvoudigen trant heeft verteld. Vergissen wij ons niet, dan heeft Elise Soer aan haar verhaal, gelijk dat hier verscheen, een korte beschouwing toegevoegd over Napoleon in zijn verhouding tot de vrouwen.
H.S.
Marie Koenen. Het Hofke. Bussum. Paul Brand. MCMXIII.
Met sympathie is het gevoelvolle werk van deze schrijfster, zoowel haar poëzie als haar proza, reeds in dit tijdschrift besproken. Doch niet met uitbundigheid. Natuurlijk temperde niet het innigroomsche karakter van haar werk de sympathie ervoor. Neen, dat de lof er van wel gemeend doch niet uitbundig klonk, lag aan de kwaliteit van dit werk.
Evenzoo moet het oordeel luiden over dit bundeltje van twee novellen, getiteld naar de grootste: Het Hofke. Deze novelle vertelt eenvoudig en met gevoel den strijd van de oude deftige boerderij Het Hofke tegen haar nieuwe, schreeuwend-rijke geburin Het Zonneveld. Welke strijd eerst acuut wordt als Milia, het eenige meisje van Het Hofke, en Willem, de eenige jongen van het Zonneveld, elkaar lief krijgen. Mooi wordt verteld hoe de vrome Milia haar liefde ten offer brengt aan haar plicht, Willem's vrouw en kinderen trouw bijstaat, en daarvoor wordt beloond als zij Willem's tweede vrouw wordt. En toch ....
Deze dorpsnovelle doet inde verte denken aan Björnson's Synnöve Solhakken, daar Solbakken, als een vertaling van Zonneveld, ook ligt tegenover Granliden, dat, al is het niet in naam, iets heeft van het Hofke. Doch deze herinnering is te uiterlijk om de mindere bekoring te verklaren die van deze hollandsche dorpsnovelle uitgaat. Ik schrijf die hieraan toe dat hier meer de gedachte dan de visie aan het werk is geweest. Een gezonde, een nobele gedachte voorzeker, maar die, waar ze litirair werk gaat leveren, den diepen blik der visie op het raadselachtige leven mist.
Hetzelfde zeggen we van de tweede novelle Dolfs Zonde, die vertelt hoe zijn vrouw Bette boete doet voor de gierigheid van haar overleden man. Ook dit is goed en nobel werk, maar wat vlak. Het leven, ook van dorpsmenschen, van hen vooral, heeft dieper dalen en blinkender hoogten.
G.F.H.