baar niet geheel losgelaten door Engeland en andere mogendheden, hetgeen in de Vereenigde Staten ergernis wekt. Een oogenblik was er zelfs ernstig sprake van het verschijnen voor de Mexicaansche kust van Engelsche oorlogschepen uit de Bermuda's, die bedenkelijk dicht bij de Amerikaansche kust liggen. Huerta luistert weinig naar de Amerikaansche dreigementen, ultimatums of wat erop lijkt, en vertrouwt op de blijkbaar geringe neiging der mogendheden om Amerika in Mexico de vrije hand te laten, in dat Mexico, waarvan de Vereenigde Staten in de 19de eeuw al ongeveer de helft hebben ingelijfd en nog meer zouden willen inlijven, als het kon. De Mexicaansche opstandelingen winnen intusschen wel veld, naar het schijnt, en een gruwelijke guerrilla nadert weder de hoofdstad. Zal de energieke Huerta ten slotte moeten toegeven? Hij heeft er weinig zin in en organiseert doodkalm de nieuwe presidentskeuze, die noodig zal zijn, nu de vorige wat al te summarisch te werk ging.
Een en ander trekt meer de aandacht dan de vriendschappelijke overeenkomsten tusschen Mongolië en Rusland, waarbij het laatste aan het langste einde trekt, ook dan de relletjes in den Elzas tegen den onvoorzichtigen luitenant, die de Elzassers als ‘Wackes’ (schooiers) betitelde; zelfs dan de dreigende staking aan de Engelsche postkantoren en sporen, om te zwijgen van het onverzoenlijke Ulster, dat niet begeert overgeleverd te worden aan het katholieke Ierland en waarvoor thans pogingen tot toenadering worden gedaan. Ook de wilde suffragettes laten nog van zich spreken door allerlei brandstichtingen en onhebbelijkheden, die hare zaak kwaad doen maar die zij met venijnige koppigheid niet willen nalaten.
Het schijnt er heen te loopen, dat wij Kerstmis in vrede zullen vieren, wat altijd een zaak van groot belang is voor alle beschaafde natiën. De geharnaste oostelijke mogendheden demobiliseeren om het hardst en maken de rekening op, die wel niet meevallen zal. Oostenrijk ten minste vraagt, wat voordeel ten slotte behaald is, en kijkt zuinig naar de hooge cijfers der onkosten van de laatste mobiliseering. Rusland, voorloopig weder bevrijd van de nachtmerrie der ritueele moorden - het oude leelijke middeleeuwsche sprookje, waaraan overal nog meer menschen gelooven dan het durven zeggen - van de vrees voor pogroms of oud-middeleeuwsche Jodenplunderingen, kijkt met gespannen aandacht naar den Balkan, waar zijne stamgenooten blijven haspelen en dat voorloopig nog wel zullen volhouden.