Onze Eeuw. Jaargang 13(1913)– [tijdschrift] Onze Eeuw– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 285] [p. 285] Verzen Door Jacqueline E. van der Waals. Gelijk een bloem.... Gelijk, o groote zon, de bloemen dezer hoven 's Morgens te wachten staan op 't rijzen van uw gloed, En, als uw schijnsel komt, dien lichtglans van hier boven In 't hart ontvangen, dat zich voor u opendoet, En bloeien naar uw wil, en met hun schoon u loven, U, die hun schoonheid zijt, en God, en hoogste goed, En 's avonds, als de glans van uw zoet licht gaat doven, Tevreden slapen gaan, als alles rusten moet, Zoo ligt mijn ziel voor God en doet zich voor Hem open, Voor Hem, der zielen Zon, die 't eeuwig schijnsel geeft, En bij Wiens godlijk licht mijn zitten, opstaan, loopen, Al, wat ik ben, of doe, of niet doe, waarde heeft; Zoo ligt mijn ziel voor God, zoo zonder vreeze of hope, Tevreden zoo ze sterft - of zoo ze eeuwig leeft. [pagina 286] [p. 286] Ik kan niet anders.... Ik kan niet anders dan mij zelf belijden, Wanneer ik spreek, spreek ik mij zelve uit. Dan zoek ik soms, zoo heimlijk mijn verblijden En smart te zingen, dat de oningewijden Niets hooren dan een liefelijk geluid.... Ik kan niet anders dan mij zelf belijden, Ik spreek mij zelf in al mijn liedren uit. Ik zou wel graag van andre dingen spreken, Maar wat ik schep, het is mijn eigen beeld; En tracht ik me ook al spelend te versteken In vreemd gewaad - in lach, in taal, in teeken Verraadt zich, wat ik heimlijk had verheeld.... Ik kan alleen maar van mij zelve spreken, Al wat ik schep, het is mijn eigen beeld. Ik kan niet anders dan mij zelf verkonden, Ik vind mij zelve altijd en overal; In elk mysterie, dat ik wil doorgronden, Ook in mijn God - heb ik mij zelf gevonden, Wie, die mij van mij zelf verlossen zal?.... Ik kan niet anders dan mij zelf verkonden, Ik vind mij zelve steeds en overal. Vorige Volgende