leiding, aan de leiding van het ‘Comité’ te onderwerpen bij het treurige fiasco van hunne politiek. Zal zoo Constantinopel met Roemelië nog in Turksche handen blijven? Het is waarschijnlijk, maar dan toch niet meer dan in schijn, voortdurend bedreigd, als van ouds, door Bulgaren, Serven en Macedoniërs, totdat er weêr een geschikt oogenblik komt om verder te gaan. Finis Turchiae!
Overigens is het kalm in de wereld. De wanhopige poging van den onvermoeiden Paiva Couceiro om de republiek in Portugal omver te werpen, is treurig afgeloopen: de republikeinsche regeering bleek toch nog sterker dan de monarchale partij, welker leden, voorzoover niet gevlucht, de gevangenissen bij honderden vullen. Het Portugeesche gebrul tegen Spanje werd daarmede ook gesust.
Ook in Marokko ging de val van den onvertrouwbaren Mulai Hafid onder de energieke leiding van generaal Lyautey zonder veel drukte zijn gang: zijn broeder en opvolger Mulai Joessoef staat op het punt het schijngezag over het sultanaat onder scherp Fransch toezicht te aanvaarden, bewaakt door de Fransche bayonnetten, die matige wraak hebben genomen voor den verraderlijken moord op de Franschen te Fez. Daarmede is het Fransche gezag voorloopig weder gevestigd in Marokko, al zal het nog lang duren, voor het daar zoo rustig is als in Algiers. Spanje en Frankrijk zijn het hier eens geworden.
De zomermaanden zijn verder rijk in vorstelijke en ministerieele samenkomsten met het doel om ‘den vrede te verzekeren’ door militaire en politieke besprekingen. Op de samenkomsten tusschen den Tsaar en keizer Wilhelm, tusschen den eerste en den koning van Zweden, volgde thans de reis van Poincaré, den Franschen minister-president, naar St. Petersburg en verder, tot samenwerking met Rusland ook op marine-gebied. Nu, de Russische vloot zal Duitschland, of wie ook, niet al te zeer benauwen! Tegelijk met het bezoek van Poincaré moest Kronstad in staat van beleg verklaard worden wegens oproerige gezindheid der schepelingen, die ook in de Zwarte Zee weder van zich lieten hooren. Wel bekome het! Of zou werkelijk de Russische vloot nu eens met Fransche hulp een behoorlijk bruikbaar instrument worden? Het zou een eenig verschijnsel zijn in de Russische historie, want noch Peter de Groote noch Catharina II - toen met Hollandsche hulp - noch Nicolaas I en zijn opvolgers zijn, ondanks alle kosten en alle moeiten, erin geslaagd om van Russisch materiaal een goede vloot te maken. Schepen en goede kanonnen genoeg, ook lieden en dappere lieden genoeg, maar geen zeelieden, geen machinisten, geen leiding!