Buitenland.
Breekt de dag aan om deze kroniek ter perse te zenden, dan is daarmede nog niet een moment gegeven, waarop men van iets voltooids, afgeslotens kan spreken. Veel is nog midden in de ontwikkeling en men zou meestal verlangen het licht der gebeurtenissen van morgen te zien schijnen op wat men te verhalen heeft. Waar dit onmogelijk is, willen wij geven, wat wij kunnen. Na twee maanden vragen wij, of en wat in Frankrijk het optreden van ‘le grand ministère’ Poincaré, Briand, Millerand, Bourgeois veranderd heeft.
Beteekenis heeft stellig, dat er te Parijs weer soldaten en officieren in uniform op straat te zien zijn. Onder de radicaalsocialistische ministeries der laatste 12 jaren was het aanzien van het leger hollend achteruit gegaan. Tucht en orde bij de troep, bevordering der officieren tot in de hoogste commando's toe waren geheel aan de politiek ondergeschikt; bij het stelsel der geheime ‘fiches’ waren benoemingen het loon niet van bekwaamheid maar van Jacobijnsche gezindheid. Was niet onder Clémenceau het protocol zoo gewijzigd, dat een prefect een generaal, aanvoerder van een geheel legercorps, voorging? Nu heeft de ‘socialistische’ minister Millerand de misbruiken weggeveegd. Ook de troep laat hij weer aan 't volk zien, zoowel te Parijs als onlangs bij de groote Revue de Vincennes, waar ook de president der Republiek zich vertoond heeft. En het Fransche volk, als in de dagen vanouds,
Comme elle aimait les rumeurs de la guerre,
la poudre et les tombours battants
(Barbier)
stroomt naar dit oude, nieuwe schouwspel. Neen, het volk, de faubourgs, zijn niet anti-nationaal, anti-militaristisch geworden. Meer dan een millioen toeschouwers hebben te Vincennes de troepen toegejuicht.
Met de R.P. schiet het matig op. Wel is de nieuwe wet èn in beginsel èn in haar voornaamste bepalingen met groote meerderheid (van 300 tegen ongeveer 200) stemmen aangenomen,