kunnen worden, al behoeft zij ons voorloopig niet te verontrusten. Onze regeering heeft in de laatste jaren getoond het Chineezenvraagstuk op liberale wijze tot oplossing te willen brengen en de Chineezen zelf waren totnogtoe te verstandig om ruw in te grijpen en daardoor de vervulling van billijke wenschen te vertragen.
Eerder dan van onrust mag men spreken van verrassing, nu in het achterlijke Spanje de vooruitstrevende minister Canalejas krachtig aanstuurt op erkenning der godsdienstvrijheid, ten minste in zekere mate, in dit van alle andere godsdiensten dan de Roomsch-Katholieke afkeerige land. Reeds lang was men in Spanje bezig met onderhandelingen over de wijziging van het bestaande Concordaat met het Vaticaan maar die onderhandelingen, te Rome door den gezant Ojeda gevoerd, gingen niet snel voort. De liberale minister, door de inwendige staatkundige gebeurtenissen aan het bewind gebracht, is nu kort geleden, tot diepe ergernis van het Vaticaan en hangende die onderhandelingen, overgegaan tot ingrijpende maatregelen van staatkundig-kerkelijken aard: het geven van meer vrijheid van beweging naar buiten toe aan andere godsdiensten door wijziging van art. 11 der Spaansche constitutie, dat alle uiting naar buiten, hoe ook genaamd, aan die godsdiensten verbiedt; het wijzigen der statuten van de congregaties met bepaling, dat geen nieuwe vereeniging van dien aard voorloopig mag worden opgericht. Het Vaticaan protesteerde tegen een en ander als ongeoorloofd hangende de genoemde onderhandelingen; de Spaansche regeering beriep er zich op, dat de eerste wijziging alleen de Spaansche constitutie betrof en de laatste besluiten krachtens hare souvereiniteitsrechten mochten worden genomen. En de regeering vond - mirabile dictu - hierin steun bij conservatieven zoowel als bij liberalen, bij den conservatieven leider Maura zoowel als bij den liberalen Moret, ja bij de groote meerderheid der bevolking en ook bij het hof zelf, dat tot nog toe als een zeer clericaal element gold, ten onrechte blijkbaar, vooral na het Engelsche huwelijk des Konings, die, hoe goed Roomsch ook, zelf in allerlei opzichten een modern vorst mag heeten. Alleen in de Baskische provinciën, van ouds met noordelijk Castilië
zetels van het steilste clericalisme en van het Carlisme, kwam er beweging, die evenwel bij de krachtige houding der regeering in het zand verliep; ook de Carlistische pretendent, don Jaime, hield zich rustig. Maar het Vaticaan toonde zich ernstig ontstemd en de gezant te Rome, Ojeda, verliet die stad, zoodat de betrekkingen gespannen blijken; de Spaansche bis-