Onze Eeuw. Jaargang 10(1910)– [tijdschrift] Onze Eeuw– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 138] [p. 138] Dante in ballingschap. Statig in bruin ruim-plooiend kleed, roode kaproen Strak om den scherpen kop vermagerd door veel lijden, Ging Dante langzaam langs den Seine-oever schrijden, Zijne oogen brandend fel in koorts van wreed visioen. Florence! - dacht hij - door uw twisten en uw woên Vermoordt ge U zelf ten leste in 't onderlinge strijden... Mijn stad! hoe zult ge U heffen uit deez' zware tijden Nu Guelf en Ghibellijn elkander bloeden doen... Doch, lichtend gleed een glimlach over 't streng gelaat Toen hij naar 't water tuurde en hoorde 't vredig ruischen, En als een golf van jeugd ging door zijn wezen bruischen Daar hij in held'ren droom de gele Arno zag En Folco's Beatrijs, Een die te peinzen staat Groeten met klaar-blauwe oogen, waarin onschuld lag. Jules Schürmann. Vorige Volgende