Onze Eeuw. Jaargang 9(1909)– [tijdschrift] Onze Eeuw– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 469] [p. 469] Vertalingen Door U.E.V. Negli occhi porta la mia donna amore. Uit Dantes ‘Vita Nuova.’ Mijn liefste draagt de liefde in haar oogen, Al wat haar blik aanschouwt, wordt rein en goed. Ze trekt het oog van elk die haar ontmoet, En wien zij groet, voelt zich het hart bewogen Door heilgen schroom, die hem het hoofd gebogen Doet houden en in deemoed zuchten doet: Want trots en toorn ontvluchten 't stil gemoed: Helpt, vrouwen, mij haar lieflijkheid verhoogen. Een stille ootmoed en een zacht vertrouwen Vervult het hart, waar zij den mond ontsluit; Welzalig, die haar voor het eerst hoort spreken, En komt een glimlach de ernst der trekken breken, Geen geest beseft, geen woorden spreken 't uit, Dit wonder, lief als bij het eerst aanschouwen. [pagina 470] [p. 470] Dies irae. Dag van gramschap, van ellende als de wereld, wie zal 't wenden, zal in vuur en vlammen enden. O, de tranen, o, de zuchten! o, de angst voor de geduchte straf, die niemand kan ontvluchten! De bazuinen zullen schallen en de dooden zullen allen opstaan en hun kluisters vallen. En de aarde zal alomme zwijgen en de dood verstommen, als de Heer der dooden drommen Voor zijn rechterstoel zal dagen, waar het boek ligt opgeslagen, dat ons rekenschap komt vragen. Als het oordeel wordt gesproken, blijft geen zegel onverbroken en geen misdrijf ongewroken. In wiens voorspraak zal ik roemen, dat dit boek mij niet verdoeme? zal God één onschuldig noemen? Sla mijn schuld, o Heer, niet gade! machtig koning, dek mijn daden met uw vorstlijke genade! [pagina 471] [p. 471] Jezus, die mijn ziel gezocht hebt, met uw kruisdood mij gekocht hebt, ach, volbreng, wat gij gewrocht hebt, En gedenk ten laatsten dage, hoe voor mij aan 't kruis geslagen, gij mijn straf reeds hebt gedragen. Wil, rechtvaardig God der wrake, mij uw gunst deelachtig maken éér de oordeelsdag genake. Spaar den zondaar voor uw hoogen troon met nat bekreten oogen schaamrood in het stof gebogen. Die Maria met uw woorden opgericht hebt en des moordenaars gebed aan 't kruis verhoorde, Niet uit kracht van mijn gebeden maar uit goedheid, red mijn schreden van den vuurgen poel beneden. Waar ge schape' en bokken scheide, stel mij, lieve Jezus, bij de schapen aan uw rechterzijde. Zoo ge alsdan in heilig toornen 't lot beslecht hebt der verloornen, roep mij bij uw uitverkoornen, Want ik kom met een verslagen en verbrijzeld hart u vragen, voor mijn einde zorg te dragen. Dag van tranen, dag van vreezen, als de mensch uit de asch herrezen zal door God geoordeeld wezen. Vorige Volgende