Butler, in weerwil van het pijnlijk onderwerp, een zeer gezonde strekking zag. Naar aller meening was het de eerste plicht over deze zaak te zwijgen.
Mevr. Butler met haar fijn gevoel en warm hart dacht er anders over. In de gevangenis van Newgate zat een jonge, ongehuwde moeder wegens kindermoord. De vader van het kind had zijn trouwbelofte verbroken en, overladen met de onderscheidingen der wetenschap, zijn eereplaats in de samenleving hernomen. Het echtpaar Butler zorgde er voor, dat de ongelukkige na afloop van haar straftijd in Oxford kwam, waar zij als hunne huisgenoote een nieuw leven kon beginnen.
Op treffende wijze vertelt Mevr. Butler van een reizend paardenspel, dat in Oxford kwam. Een der kunstrijdsters verlangde een werkkring te verlaten, waarvan de uitoefening der rijkunst zeker wel de minst bedenkelijke zijde was. Het meisje liep weg, doch werd achtervolgd en teruggehaald. Mevrouw Butler, die rustig aan haar open venster zat, en de heerlijke avondkoelte inademde, hoorde het klaaggeschrei der weerspannige, die met geweld werd meegesleurd. Zij vloog naar buiten, maar het was te laat om hier te helpen. Toen, zegt Mevr. Butler, zag ik klaarder dan ooit ‘den muur van blind vooroordeel, gebouwd op een fundament van leugen, opgetrokken om een wereld van lijden en grievend onrecht te verbergen. Een wereld, die nooit besproken mocht worden, en die geen menschenkracht vermocht binnen te dringen’.
Toch is Mevr. Butler er in geslaagd, zooals algemeen bekend is, het onmogelijke te volvoeren. Bij de vervulling van die taak was haar voortreffelijke echtgenoot haar een krachtige steun. Het werk, zegt Mevr. Butler, dat men gewoon is meer bizonder het mijne te noemen, heeft hij mede helpen stichten, door de vastheid welke hij gaf aan mijn allereerste opwellingen. ‘Indien dit werk uitsluitend voortgekomen was uit het gemoed eener vrouw, uit haar ontroerde en gewonde ziel, er zou iets aan ontbroken hebben van de hechte bestanddeelen, die een beweging vruchtbaar maken. Zonder hem zou mijn verbijstering veel grooter zijn geweest. De beginselen van recht jegens de vrouw, van gelijkheid tusschen de beide seksen en verantwoordelijkheid van elk persoon tegenover de ééne zedewet, waren hem als ingeschapen. Zijne overtuiging stond van het begin af vast, helder en juist. Ik was in dien tijd zeer stil, als onder een druk. Maar telkens als ik met hem sprak, werd de wolk weer opgeheven.’
De slingering, waarin Mevr. Butler in die dagen verkeerde,