vele millioenen vraagt, en zijn ambtgenoot van Financiën, Caillaux, die wel voor ruïneuse socialistische, maar niet voor vaderlandsche uitgaven de belastingschroef wil aanzetten. Zoowel deze strijd als die over den juist reeds door de Kamer aangenomen ‘impôt sur le revenu’ kon Caillaux, dien de premier gaarne overboord wil werpen, wel eens zijn portefeuille kosten, tenzij Briand den vrede weet te herstellen, lettend op eigen kansen in de toekomst.
De financiën zijn voor vele regeeringen, speciaal democratische, een groote klip. Dit blijkt in Frankrijk mede in de ook nog brandende zaak van bescherming. De parlementaire ‘commission des douanes’ had zoo krasse maatregelen in de richting van bescherming voorgeslagen, dat de Kamer van Koophandel te Parijs zoowel als de Fransche Kamer van Koophandel te Londen daarover alarmkreten lieten hooren en de ontruste ministerraad drie uit zijn midden: de ministers van buitenlandsche zaken, van handel en van landbouw, afzond om de commissie tot andere gedachten te brengen. Opmerkelijk, dat de onafwendbare heillooze gevolgen, die voor den grooten uitvoerhandel van Frankrijk naar Engeland en naar Zwitserland een tariefoorlog zoude hebben, niet aanstonds in 't oog springen en dat ook radicalen en socialisten over de duurte van 't leven, die daaruit zou voortkomen, heenstappen ter wille van partijdiscipline. Ook hier is het de vraag, of de regeering pal genoeg voor de wezenlijke belangen van 't land zal staan tegen partijwaan.
Opmerkelijk ook dat, niet minder dan bij ons, in de revolutionaire partij in Frankrijk, ditmaal in de ‘Confederation’ (C.G.T.) personenstrijd de eendracht verscheurt. Alleen is er niet één dictator, maar verscheidene, die de rol afspeelden of er voor in aanmerking komen. De C.G.T. staat tusschen twee kwaden: òf onder de leiding der ultra-revolutionairen komen, òf machtmiddel worden in handen van eerzuchtige parlementariërs. Of zij daartusschen, of daarboven, de stof heeft om naar Engelsch model een degelijke arbeiderspartij te worden, die de belangen der Syndicaten ook in 't Parlement bepleit, staat te bezien.
Ook in Engeland is het vrij rustig en in Duitschland heeft men 's Keizers stoutigheden bijna vergeten om zich te gaan verdiepen in de netelige belastingkwesties, de gevolgen van de ontzaggelijke uitgaven, die niet alleen leger en vloot maar vooral ook de ‘sociale’ wetten hebben medegebracht.
Ja, dat ‘sociale werk’ kost geld, veel geld, almachtig veel