mee de schrijver dadelijk ons verplaatst in de omgeving en ons binnen het telkens wisselend kader zijn figuren laat zien en ze voor ons doet spreken, denken, handelen, gelijk we voelen dat die menschen in die omgeving moeten gedaan hebben.
H.S.
Curaçao. Verbetering van den landbouw aldaar als middel ter verheffing der kolonie door R.H. Rijkens, Oudlandbouwkundige der kolonie Curaçao. Tiel, A. van Loon 1907.
Met veel belangstelling namen wij reeds vroeger kennis van dit geschrift, toen het in den jaargang 1905 van Cultura verscheen. Wij begroetten het als eene ernstige poging, om het eiland Curaçao, dat tot algeheel verval dreigt te geraken, weder tot voorspoed te brengen; wij zwegen er over, omdat het niet gebruikelijk is, artikelen van een tijdschrift in een ander maandwerk te bespreken, maar de afzonderlijke uitgaaf geeft ons eene welkome gelegenheid, er nog de aandacht op te vestigen.
Het werk van den heer Rijkens maakt in de allereerste plaats den indruk van te zijn un livre de bonne foy. Hij heeft met nauwgezetheid en ernst de bestaande toestanden trachten uit te vorschen, en geeft daarna aan wat ter verbetering daarvan behoort te geschieden. Men kan misschien aanmerkingen maken op het een en het ander, - niet aan ons staat het, zulks te beoordeelen; maar zeker is het dat de schrijver het doel zal bereiken dat hij zich wel in de eerste plaats voorstelde: de gezaghebbenden en de belanghebbenden te dwingen tot nadenken over den verder te volgen weg.
E.B.K.
Ciska van Dannenburgh. Indische roman door Mevrouw M.C.E. Ovink-Soer, Amersfoort, Valkhoff & Co.
Noemt men dit een roman? Naar onze meening is het veeleer een zeer eenvoudige, laag bij den grond blijvende vertelling, die als zoodanig hare verdiensten heeft. Zij schetst ons de toestanden in sommige Indische huishoudens; de voordeelen eener goede opvoeding, den strijd tegen onverschilligheid en sleur in eene ‘kampong-omgeving’.
Wij veroorloven ons echter de opmerking, dat de uitwerking van de heele geschiedenis ons zeer zwak dunkt, en dat men aan een ‘Indischen roman’ niet langer een Indisch cachet behoorde te geven door de Hollandsche zegswijzen in den mond der mestiezen te laten verdraaien. Van die grapjes hebben wij nu al jaren lang genoeg gehoord.
E.B.K.