Uw belang’) tegemoet, waarvoor wij wel zullen doen, de ooren niet te sluiten. Daarenboven: de inhoud dezer eerste aflevering mag gezien worden. Zij opent met het aangrijpend mooie volkslied, dat Runeberg voor Finland dichtte. Wat volgt, is grootendeels door vreemden bijgedragen. Een ongenoemde (kennelijk een Fin) en dan een Nederlander, die ook vroeger over Finland schreef, verspreiden licht over den stand van het conflict. De beroemde hoogleeraar te Jena, Rudolph Eucken, pleit, fijn en diep, gelijk het zijn aard is, voor de beteekenis der kleine volkeren. Eene thans weêr actueele episode uit de geschiedenis des groothertogdoms, de strijd der stenden met Zakrevsky, den tweeden Russischen gouverneur, wordt levendig geteekend door een' jong Duitsch geschiedvorscher Fritz Arnheim. Een Parijzenaar met veel zin voor kunst, Julien Leclercq, waardeert de schilderstukken en de voorwerpen van kunstnijverheid, die Finland inzond op de wereldkermis aan de Seine. Een jonge dichter eindelijk, Juhani Aho, in wien de woede en smart over het onrecht, dat zijn land geschiedt, voor het eerst een' ader der satire aan het licht bracht van ongewone onstuimigheid en ‘verve’, wordt door den Uitgever zijn' lezers voorgesteld.
Dus hoeft dan Finlands ‘Rundschau’ niet om gunst te bedelen ter wille van de sympathie, die het Finsche volk verdient. Zij brengt (moge het ook hier aan velen zijn) een' schat van kennis, en opwekkende gedachten bovenal.
V.