Ontmoeting. Jaargang 17(1963-1964)– [tijdschrift] Ontmoeting– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 222] [p. 222] Martin Leopold Oden Meer zijn dan ik ben Laïla zou ik willen blanker dan mijn huid voor uw blonde heuvels voor uw zachte dalen in verbaasde woorden tijd voor eeuwen vinden mond en nachtegalen. eeuwig zwijgen smeden tussen u en mij - zwarte raven kan ik uit nachtdonker scheiden maar niet weten wie ik ben en is dat te weten niet leven duizend keer? [pagina 223] [p. 223] Niet denken, Laïla, niet de nacht ingaan we zijn slechts mogelijkheden rotsen in zee, vluchtplaatsen voor elkander als in onszelf de zeeën de kust niet meer bereiken beweeg mij met je ogen fluister mij naar je haarwrong mij nestelend aan je slapen, laat mijn schuim niet kansloos niet vergeefs tegen de naakte rots in zee uiteengaan niet denken - en je denkt en je verlaat de morgen om de wind, om het krijsen van de meeuwen de regenwolken de zorgen die je omringen de angsten die je goddelijk naakt omsluiten? vlucht mij mee naar je vreugden fluweel is mij de schors om Daphne's leden de boom het lover, hoor: het dringen van haar vormen ruist in de twijgen een hooglied zeer nabij. [pagina 224] [p. 224] Vlinders worden nooit bloemen wel bloemen vlinders, Laïla in de herfst is het leven vol geheimen en de herfst is elk uur zoals ik ben vandaag zal ik mij morgen niet meer tegenkomen zo komt het dat we elkaar soms wel soms niet herkennen aan een vergissing denken een herinnering strelen laten wij daarom niets aan ons voorbijgaan en zorgeloos nu niet weten wie wij straks zullen zijn. Vorige Volgende