Ontmoeting. Jaargang 16(1962-1963)– [tijdschrift] Ontmoeting– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 302] [p. 302] José Boyens Exodus Ga je mee op weg nergens naar toe? Voor een appel van Cezanne en een ei is mijn lege slakkenhuis te koop. Prachtig zicht op moerashoningbomen en acht april op de eendagsvlieg. Ga maar bij de makelaar bevragen: regenwoud bij het koperen riet. Ik ga met mijn vriendje de boksbaardvlinder de domme melkkoe met zijn laatste wilde haren en Hans, de sluipvos, die zij streken op zijn rug gebonden heeft. Vóórop mag Klaus, de haan, koning kraaien, terwijl hij deftig in zijn sporen treedt. Achteraan komt het hinkend paard Reinout samen met het vederbosje. Uit een zijstraatje van paaspapier komt een hoogrode kers tot spoed aanzetten. Als heraut roept hij: ‘Voor deze exodus moesten wij heel de wet verzetten.’ Twee onbestorven weduwen van zebravissen zwemmen mee in de chinese lampion aan de hals van Hans, in de zeevaartkom. En in gestrekte draf galoppeert het rendierveulen De kamsterren vliegen van zijn manen af. Nog een verlegen nevelvlek en drie lantaarndragers reisden tot hier, vanuit de melkweg via Keulen. [pagina 303] [p. 303] En heel de rest op een dravend reigersbekje na en een bocheltje van sitspapier gaat met de vijand heulen. Wij gaan samen op weg nergens naar toe. Klaus geeft zich rinkelend de sporen, de nevelvlek drijft akkuraat, de vissen roeien naar behoren en het bocheltje houdt evenmaat. Vanaf de eerste spinraghagen hier ter plaatse nemen wij toe in welbehagen. Vorige Volgende