Redactioneel
Wilma negentig jaar
De continuïteit kan maar hoeft niet een leidend principe van een literair tijdschrift te zijn. Ontmoeting, het derde tijdschrift in successie dat Wilma heeft zien ontstaan en weer verdwijnen of nòg ziet bestaan, geeft wel iets om deze continuïteit, probeert die bij de hevigste schommelingen te handhaven. Zelfs waar generaties, zeker kwantitatief, verdwijnen in nevelen, blijft nog altijd een dunne lijn met de oudere generaties bewaard. Een principe, zoals hierboven even werd geponeerd? Zakelijker: een werkwijze, een methode, een traditie?
Dit lijkt ons te mannelijk gedacht en de zaak waar het om gaat geen recht te doen. Langs deze lijnen blijft iets wezenlijks afwezig. Dat is de presentie van de persoon, ongeacht werkwijzen - die ook in de loop der decennia aan wisseling onderhevig zijn geweest en dat moesten zijn -, ongeacht welke wijsheid ook en welke idee. Dat is Wilma.
En nu wij dat hebben neergeschreven, worden wij even stil, omdat wij met het uitspreken van haar naam in een totaal ander krachtveld terechtkomen, dan waar wij ons meestal bevinden als wij iets poneren of presenteren. Dat gaat met stelligheid gepaard. Hier is iets anders.
Continuïteit is hier, maar niet van iemand die taai aan het leven vasthoudt. Nog minder van iemand die wegdroomt in ijle verten.
Door bemiddeling van Muus Jacobse kregen wij drie verzen van Wilma, van vrij recente datum, die men in dit nummer vindt afgedrukt.
Het lange vers ‘Wat bewaard bleef’ maakt de continuïteit voelbaar die Wilma op haar hoge leeftijd voor ons vertegenwoordigt. Oud en nieuw, krasse tegenstellingen - wie het Beekbergse landschap kent, zal in dit vers nog meer herkennen - vloeien hier in elkaar over, zoals in het vers, wanneer de wetenschap van het ik en Gij vervloeit tot het feestkleed.
Wij menen iets beter te snappen over zoveel jaren heen. Dank u, Wilma. Wij feliciteren en wij zijn gefeliciteerd.