Ontmoeting. Jaargang 16(1962-1963)– [tijdschrift] Ontmoeting– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 123] [p. 123] José Boyens Karteren Doodvoorzichtig brachten wij elkaar in kaart en relief: plateaus, bossen met peperkoeken huisjes, ongure zandgrond, diluviale vlekken met bomen met een grote rosse baard. In een oprecht klein statistiekje (neergeschreven op zee, daar die toch verder blauw was) de wisseling van windrichting, zodat ieder jaren in druk getouw was. - Toen kwam de onwil der passaten: we moesten ze beiden vrijuit laten. In onze aarde kwamen barsten waaruit we plots wat lava morsten. De opgeslagen tenten braken we af, kapten de wilde zeegrasbomen, verjoegen in gestrekte draf de giraffen uit de pampa's. De vogels hebben we uitgefloten, de rivier opzij in z'n loop gestoken en alle vissen dreven op de dode stroom tot ze stremden aan hun laatste overtoom. Toen werd de grond met de grond gelijk gewalst en het was opnieuw, zoals het was in het begin, jou en mij om het even: woest, leeg, zonder leven. Vorige Volgende