C. Ouboter
Gespiegelde bijdrage
Een blad als Ontmoeting mist een etalage. De redactie, die deze etalage zou moeten stofferen, werkt in het verborgene en reageert secundair. Zij confronteert daardoor haar lezers abrupt met bijdragen van zeer bijzonder karakter die, waarschijnlijk, gebaat zouden zijn met een introductie. Maar ja, die introductie. De tijd heeft vleugels en daarom reageert de redactie secundair.
Bij ons thuis, en bij wie niet die voor 1930 geboren zijn, hadden wij in de huiskamer een hoge spiegel aan de schoorsteen, tot aan het plafond toe. Wie de kunst verstond in een afgelegen hoek liggend op de grond, een spelletje met die spiegel te spelen: wat zie ik nu weer, kreeg, turend in haar glas, soms een onverwacht beeld van gezinsleden en bezoekers, ergens in de kamer in actie, in gesprek en kon daar momentenlang van genieten. Een secundair genot.
De redactie heeft in het vorig nummer verzuimd het stuk De Brandstichters van Coert Poort met een enkel woord te introduceren. Misschien is het daarom sommige lezers wat laaiend op het dak gevallen.
Ondergetekende - poëziechroniqueur, is secundair gaan reageren. Liggend op zijn rug, spelend met zijn ogen, springend van de kralenlamp naar de grote spiegel, heeft hij Coert Poort ontdekt en herkend, en met schrik vastgesteld dat zelfs de technische noodzakelijke aankondiging ‘stemmenspel’ is weggebleven.
Het stemmenspel is technisch een nieuwigheid. Het gebruikt meestal de adelaarsvleugels van de Radio. Maar als daar een adelaarsblik ontbreekt - ook veel gevraagd voor een sterfelijk mens en een vergankelijke omroep - dan zweeft het spel verder tot het zwart op wit in een tijdschrift belandt en daar weer, voor degene die oren heeft, bijna bijbels, begint te klinken. De dialoog, het gesprek, lééft in onze tijd. Nou ja. Het leeft bij degenen die anders verschroeien zouden.
Coert Poorts stuk is een gek stuk en menig wèldenkend mens zal er geen touw aan kunnen vastknopen. Het is als een ballon die boven de hoofden danst en aan de vingers ontsnapt van hen die grijpen en begrijpen willen. Daarin volgt het 't spoor van zijn laatste bundel De Koning van Wezel die ook al ongrijpbaar was. Ergens opgehangen in de lucht aan onzichtbare draden. Zoals een mens die ik, liggend op de grond, in de spiegel zie, niet waterpas staat maar ergens zweeft. Een zweven dat noodzakelijk is voor het zuivere begrip, voor het verstaan van het essentiële.
Voordat mijn terminologie naar spiritus gaat ruiken, nog één blik in de spiegel.
Meestal zien we de dingen graag op de grond. Een tafel met een te korte poot corrigeren we om wiebelen te voorkomen. Van mensen verlangen we dat ze met beide bennen op de grond staan, een eis waaraan lopen alleen al zich lachend onttrekt (zie bij Coert Poort onderaan blz. 120).
De meesten van ons willen graag literatuur die zich soepel bij hun geijkte voorstellingen aansluit en het lang gewetene in een gouden lijstje zet.
Ik kijk dan vanaf de grond liever in de grote spiegel die alles vangt en van het waterpas van het slaperige begrip bevrijdt.
Spelen met de Brandstichters is een verrukkelijk werk. Schuilevinkje spelen met de vier elementen, wie doet er mee: vuur, water, lucht, aarde, wie zoekt