tijd wilde François een ander onderdak zien te vinden, want bij tante Annemie was de huisvesting te bekrompen en tante kon zo weinig van de jongen hebben. Als hij daar bleef zou Plok misschien wel mensenschuw worden.
Het was gezellig en vertrouwelijk. Wij raadden naar elkaars leeftijd. François bleek al veertig te zijn. Hij zou dus haast mijn vader kunnen wezen. Mijn moeder is maar twee jaar ouder dan hij. Hij vroeg me maar geen mijnheer meer te zeggen. Maar hij hield zijn handen voor zich op tafel en ook zijn knieën, die mannen en jongens zo graag uit wandelen sturen, hield hij thuis. En van zoenen was helemaal geen sprake, ook niet toen hij me weer thuis bracht, ditmaal in zijn auto, en de stille straten alle gelegenheden gaven, die een man maar wensen kan. Als een meisje het wil. Ik weet niet of ik het gewild zou hebben.
In de advertentie zocht een Heer (weduwnaar) zijn bezigheden buitenshuis hebbende, en vaak buitenslands vertoevende, voor zichzelf en voor zijn vijfjarig zoontje, enkele gemeubileerde kamers met pension en de dagelijkse verzorging, die een mens en vooral een kind nodig hebben. Zo stond het er, een beetje ongebruikelijk, en het adres was Engelsmanstraat 81.
François deed dus een poging aan tante Annemie te ontkomen. Bij het gesprek in het café had ik er niet aan gedacht, maar nu wist ik wat mij te doen stond. En dat deed ik waarachtig niet alleen voor François en ook niet voor mezelf, al zat er iets pikants in de gedachte dat hij en ik onder één dak zouden komen te wonen.
Ik schreef hem dat in ons grote huis voor hem en zijn zoontje ruimte genoeg was en dat moeder en ik tijd genoeg hadden voor hem en Plok te zorgen, maar dat ik er helemaal niet zeker van was, dat moeder voor deze inwoning zou zijn te porren. Dat dit porren van hem moest uitgaan, maar dat ik bereid was hem daarbij naar mijn vermogen te helpen. En dat, als hij een poging wilde wagen, hij het best op een van de eerstvolgende dagen kon komen, na half acht 's avonds. Dan zou ik thuis zijn. Moeder was altijd thuis. Zij mocht natuurlijk niet weten, dat ik hem geschreven had.
Moeder was altijd thuis. Ik had een moeder, die urenlang verdiept kon zitten in de van grauwe kaften en rode etiketten voorziene boeken van Schoofs leesbibliotheek, Comeniusstraat 33, telef. 34182. Lees boeken van Schoof en de wereld gaat voor u open. Ik had de laatste tijd de neiging te gaan gillen als ik de kamer binnenkwam en haar hoofd zag trillen boven haar boek. Dat deed ze namelijk. Ze liet telkens haar hoofd trillen. En de bloedkoralen oorbellen, die ze eeuwig droeg, sidderden met iedere trilling gehoorzaam mee. Ze las boeken van Schoof, de hevige liefdesboeken, en de wereld ging hoe langer hoe meer voor haar dicht. En ze was toch zo lief. En ze zag er zo verstandig, zo jong en zo aardig uit. Ze was echt een knappe vrouw, met een gezicht dat aan een lichte make-up al voldoende had om bekoorlijk te zijn.