Roger Pieters
Als een uurwerk
‘Ik ben een muis die over het pianoklavier loopt,’ denkt Stefaan. ‘De muziek zit in mijn poten en in mijn lijf. Ik ben een groteske noot die over het toetsenbord heen en weer glijdt. Een grijze, glijdende noot. De dissonanten rijten mijn vlees uiteen, priemen zich tussen de snaren van mijn zenuwen. Ik wil dat het instrument uiteenploft, dat de scherpe stukken hout langsheen mijn oren gieren en de snaren als de plots losgelaten pezen van tientallen bogen aan 't zoemen gaan. Dat ik als onooglijk stofdeeltje in een onpeilbare ruimte geslingerd word, dwaas gierend voorbij sterren en planeten en luisterend naar een stilte die zo onwezenlijk is dat ik mijn leven wil slijten, als een ongekende satelliet van duizenden planeten. Ik braak van muziek,’ denkt Stefaan, en kijkt naar zijn vingers en voelt de stijfheid van zijn vingers en de kramp die over zijn ellebogen naar zijn borstbeen glijdt. ‘Ik wil stoppen en nooit meer muziek horen, wandelen onder de bomen en luisteren naar de wind en naar de wolken. Liggen in het gras en de ogen sluiten. Geloven dat ik sterven zal, gelukzalig sterven, verdrinken in de stilte en me laten gaan, zonder poging om in leven te blijven.’
De muziek is rook en de rook is rood en blauw en groen, met het wentelende lichtwiel mee. De vinger van het licht schuift over de hoofden van de dansers en de haren worden rood en blauw en groen en geel en de glimlach op de aangezichten, de gelogen glimlach, verschiet van kleur en ook de beroepsglimlach op Stefaans gezicht verandert van kleur maar de pijn blijft scherp en kleurloos. Stefaan glimlacht naar de meisjes die naar hem opkijken, die luisteren naar de duizenden noten, die als glimwormpjes in de ruimte worden geslingerd. Wanneer Stefaan de ogen halfgesloten houdt kan hij zich inbeelden dat hij bij iedere aanslag het geluid als een flitsend lichtpuntje in de rook ziet verdwijnen. Even zelfs trillen zijn oogzenuwen bij het volgen, doorheen de kleurige rook, van de noten-lichtjes en hij moet het hoofd schudden om de trilling kwijt te geraken. Om één ogenblik weer te geloven dat alles is zoals het hoort, dat er geen verveling is en dat zelfs piano-spelen een genoegen kan betekenen, voordat alles weer is als voorheen. Wanneer hij de la-kruis tweemaal gestreept aanslaat danst zijn sigarettenetui dat op het deksel van de piano ligt. Alleen bij deze noot en alleen op deze plaats. Gisterenavond danste het bij de lage si b. Elke avond poogt Stefaan te raden van welke toon de trilling zodanig sterk zijn zal dat het etui trilt en wanneer hij dit weet komt de verveling als een laaghangende wolk over hem heen gevallen. Een andere keer heeft hij opgemerkt dat de rook van zijn brandende sigaret, die gewoonlijk recht omhoog stijgt, aan 't beven gaat bij een bepaalde aanslag. Deze twee verschijnselen, waarvan hij