| |
| |
| |
Kritieken
A. Den Doolaard
Het leven van een landloper.
Amsterdam - Querido.
Onder een wat geforceerde titel geeft de schrijver hier het verhaal van de gebeurtenissen in zijn leven, van de plaatsen die hij bezocht en van de omstandigheden waaronder zijn romans en zijn journalistieke werk ontstonden: een dik boek waarin het allemaal nog eens dunnetjes overgedaan wordt. Ongetwijfeld is Den Doolaard een man met veel moed en ondernemingslust en met een gezonde zin voor vrijheid. Maar de manier waarop dat alles hier verwerkt is, is niet bijzonder boeiend. Het verhaal legt op vele plaatsen getuigenis af van een wat naïeve gearriveerdheid, het lijdt in de verhalende gedeelten aan de eeuwige vergrotingszucht van de verteller, terwijl in de beschouwende gedeelten de hem eigen ongecompliceerde visie soms verwordt tot een onintelligent simplisme, dat men ook vanuit de scheerstoel wel beluisteren kan. Het best is de schrijver in zijn rustiger ogenblikken, wanneer hij mensen of landschappen beschrijft, nooit indringend, wel duidelijk beeldend naar het uiterlijk waarneembare. Als geheel vind ik het nogal een slap monument.
J.W.V.
| |
Henry Miller
Glimlachend aan de voet van de ladder.
's-Gravenhage - L.J.C. Boucher.
De tragiek van het mensenleven wordt hier gestalte gegeven in de figuur van de circusclown August, die door een toevalligheid (hier in fatalistische zin te verstaan) beroemd geworden is. Hij is er echter niet tevreden mee, dat hij de mensen aan het lachen en huilen brengt. Zijn ideaal is grootser: hij wil ‘de mensen een vreugde schenken, die onverwoestbaar zou blijken.’
Het mislukken daarvan brengt hem in een crisis, waaruit hij uiteindelijk, na verschillende stadia doorlopen te hebben, met een gezuiverd en verdiept inzicht te voorschijn komt. De extatische beleving van dit inzicht trekt echter als een magneet de verpletterende slag van het noodlot naar zich toe.
Een met grote liefde en beheerst vakmanschap geschreven novelle, even kristalhelder, diepzinnig en fascinerend als een bergmeer.
Aan de uitgave is de uiterste zorg besteed.
M.M.
| |
Boris Pasternak
Vrijgeleide.
Baarn - Hollandia N.V.
In dit wat stijl en gedachtengang betreft soms uiterst zwaar leesbare werk, geeft Pasternak een ‘zelfportret’. Het is geen biografie in de normale zin van het woord. Daarvoor is het te fragmentarisch. Het was ook niet Pasternaks bedoeling een dergelijke biografie te geven. Het gaat hem om zijn geestelijke ontwikkeling. En dat brengt mee, dat de schijnwerper van zijn zelfreflexie soms lang blijft rusten op een detail dat van geen belang zou zijn in een levensbeschrijving die gebouwd wordt om het frame van data en gebeurtenissen, terwijl grote stroken tijd zonder meer worden genegeerd als van geen belang.
De Russische komponist Aleksander Skrjabin heeft op Pasternaks leven een beslissende invloed uitgeoefend. Op diens aanraden geeft hij zijn studie in de rechten op en gaat hij over op de studie van de muziek. Toch is deze overgang niet definitief geweest. De blijvende invloed van Skrjabin ligt dan ook in de sfeer van de innerlijke geestes- | |
| |
structuur. De cultus van de vrije persoonlijkheid, die zijn apotheose ontving in Skrjabins 3e symfonie, heeft dermate op Pasternaks leven ingegrepen, dat hij het klaargespeeld heeft onder het communistische regiem zijn zelfstandigheid te bewaren. Zijn grote vluchtheuvel is daarbij de kunst. Er staan in ‘Vrijgeleide’ passages die er op wijzen, dat de kunst zijn enige troost in leven en sterven is. En ook hier zien we Skrjabin achter hem staan. Diens 1e symfonie is nl. niets minder dan een verheerlijking van de kunst als religie.
‘Vrijgeleide’, dat reeds in 1931 werd geschreven, zou waarschijnlijk nooit in Nederlandse vertaling verschenen zijn, wanneer Pasternak eind vorig jaar niet plotseling in het wereldnieuws was terecht gekomen. Nu hij als winnaar van de Nobelprijs zich een plaats heeft verworven in de internationale literatuur, kan dit zelfportret verhelderend werken bij het bepalen van de achtergronden van zijn roman ‘Dokter Zjiwago’. Daarmee is m.i. het belang van deze uitgave aangegeven.
M.M.
| |
J. Greshoff
Nachtschade.
Den Haag - A.A.M. Stols.
Onder deze titel werd door Dr G.W. Huygens een keur samengesteld uit Greshoffs vele aforismen, de vruchten van zijn slapeloze nachturen. De meeste hiervan werden reeds eerder gepubliceerd in tijdschriften of in boekvorm, maar ze worden hier gegeven in een nieuwe groepering naar onderwerp, of - beter uitgedrukt - naar doelwit, want deze aforismen zijn bepaald geen diepwijsgerige flonkerstenen, maar eerder naar her en der gerichte schoten.
Adriaan van der Veen heeft de bundel een korte inleiding meegegeven, waarin hij naar het schijnt op goede gronden levensangst aanwijst als de kern van Greshoffs agressiviteit. Merkwaardig is echter, dat hij daarbij meer moet uitgaan van feitelijke gegevens uit Greshoffs leven dan van zijn werk, dat alleen wat toelichtingsmateriaal levert. Dit zou er op kunnen duiden dat Greshoff zich in dat werk maar ten dele gegeven heeft, een houding is blijven aannemen. Mij lijkt dit een goede verklaring voor de reserves die men tegenover dat werk toch blijft voelen. Wanneer de schrijver dan ook deze verzameling een Gepointilleerd Zelfportret noemt, is dat ten dele verduidelijkend. Het wijst in ieder geval aan hoe de bundel het beste benaderd wordt: wie te weinig afstand neemt ziet alleen maar kleurige puntjes. Maar het maken van een zelfportret eist het afleggen van iedere pose en het met volkomen eerlijkheid in de spiegel zoeken naar het wezenlijk eigene. Mij blijft de vraag of de schrijver dat werkelijk gedaan heeft.
J.W.V.
| |
A.J. Toynbee
Het christendom tussen de wereldgodsdiensten.
Bussum - Uitg. Kroonder.
Dit boek bevat enkele lezingen, door Toynbee gehouden in de Verenigde Staten. Hij wil alle ‘hogere’ godsdiensten, die de mens niet als het hoogste geestelijke wezen beschouwen, gezamenlijk weerstand laten bieden tegen het communisme én het nationalisme, die hij beide als variaties ziet op hetzelfde perverse thema van de egocentrische eredienst, die de mens wijdt aan zichzelf. Hij vergeet, dat tegenover het christendom een ‘hogere’ godsdienst aan de kant van het communisme kan staan. De gedachten uit dit geschrift kan men grotendeels in zijn andere boeken terugvinden. Hij ziet scherp het gevaar van de anti-christelijke staat. Maar hij heeft het gevaar van de anti-christelijke ‘kerk’ nog niet zo scherp gezien.
J.
| |
| |
| |
Prof. Dr C.W. Locher e.a.
Beschouwingen over het rassenvraagstuk.
Amsterdam - W. ten Have.
Dit geschrift ontstond in samenwerking met de Nederlandse Zendingsraad. Dr Locher beziet het rassenvraagstuk van het standpunt van de culturele antropologie; de biologische zijde wordt door Dr Waardenburg behandeld; Dr Idenburg bespreekt de rassenverhoudingen in de praktijk van deze tijd; en tenslotte stelt Prof. Bavinck dit probleem in het licht van de Bijbel. Het vraagstuk wordt hier niet uitputtend behandeld, maar dat was ook niet de bedoeling. Deze brochure kan oriënterend en stimulerend werken bij het gesprek over het rassenvraagstuk, dat vaak te veel aan de oppervlakte blijft of slechts van één kant benaderd wordt.
J.
| |
Dr C.J. Bleeker
Wat gelooft de mensheid?
Den Haag - Daamen.
(Ooievaar 104).
‘De grootste voldoening voor een godsdiensthistoricus, die zijn vak liefheeft is, dat hij er iets toe mag bijdragen, dat steeds meer mensen de godsdiensten der aarde in hun karakteristieke schoonheid en hun verwonderlijke diepzinnigheid leren beschouwen met liefde en bewondering,’ schrijft Dr Bleeker.
Meer verlangt een godsdiensthistoricus niet. Zijn kinderhand is gauw gevuld. Als de mensen maar zien, dat de godsdienst in het algemeen nog iets waard is, is hij al tevreden. Het christendom krijgt een plaats in de rij, en als iemand zich afvraagt: kan het christendom nog invloed uitoefenen? dan antwoordt Dr Bleeker, geheel onbevooroordeeld zoals dat past bij zijn vak: let maar op het modernisme, waarin men de evangelische waarheden de vorm tracht te geven, die in onze dagen actueel is. Dit Ooievaartje staat hier wel even op één poot. Maar - Hindoeïsme tot en met Islam worden deskundig en overzichtelijk besproken.
J.
| |
Ds. M.L.W. Schoch
Even parkeren.
Amsterdam - W. ten Have
Opnieuw zijn enkele toespraken voor jonge mensen, door Ds. Schoch gehouden in de Flevo-zaal in Rotterdam en uitgezonden door 't I.K.O.R., gebundeld, nu met een Voorwoord van burgemeester Van Walsum erbij. De auteur stelt het honorarium beschikbaar voor zijn Bouwfonds, zodat hij met dit boek niets meer dan lof, maar die dan ook verdient. Na klankbeelden met soms originele vondsten spreekt hij over eenzaamheid, jaloezie, verzoeking en zelfs over de hel. Hij verstaat de jeugd zonder de irriterende toon van hen die ‘de jeugd verstaan’; hij heeft geen stijlloosheden nodig om zich populair te maken. Aristoteles heeft gezegd: ‘Om goed te schrijven, moet men zich uitdrukken als het gewone volk, maar men moet denken als een wijs man.’ Zou dat ook niet gelden voor jeugdpreken?
J.
| |
Catherine Marshall
Dit is mijn leven.
Baarn - Bosch & Keuning.
Catherine Marshall kan de Amerikaanse manier van geloven in Kracht en Leiding op een niet-irriterende, maar sympathieke wijze weergeven. ‘Gods troost loopt niet op de tenen, als in een ziekenkamer, zij marcheert. Ze heeft staal in de ruggegraat. Ze is een klaroenstoot om hulptroepen.’ Zij wil het christendom, dat als goed nieuws begon, niet tot goede raad verdunnen. Zij is een beetje krampachtig-bang dat ze een vrome fezelaarster zal lijken. Zij vertelt min of meer argeloos over de successen van haar eerste boek, dat vlak onder de Bijbel op de best-sellerlijst kwam. Zij laat duidelijk merken dat zij heel graag schrijft, en ook dat zij graag schrijft over zichzelf, maar zij heeft het niet verdiend dat men over ‘emotioneel nudisme’ sprak.
J.
| |
| |
| |
Maria Dermoût
De kist.
Amsterdam - Querido.
Temidden van luidruchtigheid en exhibitionisme waaraan veel van de moderne literatuur zo rijk is, vallen deze indische verhalen alleen al op door hun stilte. Er is zoveel wit en zoveel rust in de atmosfeer van deze verhalen, dat de fijnste nuanceringen en bewegingen er hun kans in krijgen. Het lijkt bijna literatuur uit een voorbije tijd, het houdt zich ver van het rechtstreekse en het actuele en toch is het levend en weet de schrijfster voor haar vreemde menselijke en mythologische figuren onze herkennende aandacht te wekken.
J.W.V.
| |
Gentilis Aster O.F.M. Cap.
God kapt zich een weg door de bossen
Voorhout - Foreholte.
Dit boek is een journalistiek verslag over de missie-arbeid op Borneo, geschreven door een pater die een lange tocht langs vele missie-posten heeft gemaakt. Het toont duidelijk aan, dat de missie in de laatste tijd een ander karakter heeft gekregen, en dat - ook nu het geen pionierswerk meer is - er nog vele moeilijkheden overwonnen moeten worden. De vooruitgang in de Daya-maatschappij blijkt sterker te zijn dan bij andere, misschien al meer ontwikkelde volken; er is een hartstochtelijke behoefte om de achterstand in te lopen en om alles wat men maar enigszins onbeschaafd vindt voor de buitenwereld te verbergen. Pater Aster heeft de Daya's goed leren kennen. Zijn boek pretendeert niet meer te zijn dan een vlotte reportage over zijn reis.
J.
| |
F.v.d. Meer
Oudchristelijke kunst.
(Phoenix Pockets).
Zeist, Antwerpen, Brussel, Gent, Leuven - W. de Haan.
De zeer deskundige schrijver, hoogleraar te Nijmegen in de oudchristelijke archeologie en de kunstgeschiedenis der vroege middeleeuwen, heeft met dit doordacht opgezette en helder geschreven boekje talloze belangstellenden aan zich verplicht. Hij geeft eerst een overzicht van de ontdekkingen der oudchristelijke kunstwerken, die eerst in de 19e eeuw de aandacht hebben getrokken, en behandelt dan de voornaamste scheppingen naar de afzonderlijke genres.
Niet de uiterlijke vorm, de esthetiek, zat bij de makers, meest eenvoudige ambachtslieden, voorop, maar de zin en de bestemming. De liefde voor het nieuwe geloof gaf de inspiratie, maar de toppunten van werkelijk grote kunst zijn zeldzaam. Juist deze nuchterheid van oordeel bij de grote liefde voor het onderwerp, die de schrijver aan de dag legt, maakt dit boekje aantrekkelijk en tot een uiterst betrouwbare gids. Niet minder dan 48 reproducties, voorzien van een uitvoerige toelichting, lichten de tekst toe. Onze tijd is bevoorrecht, doordat voortreffelijk uitgegeven boekjes als deze voor een zo lage prijs binnen ieders bereik worden gebracht. Van harte aanbevolen.
J.C.H. de P.
|
|