mening. Daarmee staat in verband, dat er stemmen opgaan, die poneren: de Hebreeuwse poëzie kent geen metrum. Velen achten tegenwoordig het metrum althans minder essentieel voor de Hebreeuwse poëzie, dan men een tijdlang gemeend heeft. Zo beschouwen verschillenden als voornaamste kenmerk van de Hebreeuwse poëzie - in elk geval is het een verschijnsel, dat daarin onophoudelijk voorkomt -: het parallellisme van de leden; een willekeurig voorbeeld: ‘Laat ons hun banden verscheuren en hun touwen van ons werpen!’, Ps. 2: 3. Verder zijn er nog verschillende verschijnselen, die de Hebreeuwse poëzie kenmerken, er althans veelvuldiger voorkomen dan in het proza: een bepaalde woordenschat, het verschijnsel van de ‘sleutelwoorden’, de ‘Stichwörter’, het chiasme, een bepaalde kunstige opbouw van het geheel enz.
Het zal duidelijk zijn, dat bij een Nederlandse berijming van de Psalmen van al die uiterlijke kenmerken van de Hebreeuwse poëzie maar weinig overblijft. Betekent dat, dat bij een berijming alles wat de Psalmen tot poëzie maakt verloren moet gaan? Dat is zeker niet het geval. 'k Waag me niet - zeker niet in dit tijdschrift - aan een poging aan te duiden, wat het onderscheid tussen proza en poëzie is. Maar dit kan en moet toch wel gezegd worden: evenals andere poëzie onderscheidt de Hebreeuwse poëzie zich van het proza niet alleen door uiterlijke, formele kenmerken, maar ook hierdoor, dat in de regel in de poëzie de emoties, wat het hart vervult, het ‘Lebensgefühl’, of hoe men het maar noemen wil, zich meer direct, met meer spankracht openbaart, dan in het proza pleegt te geschieden. En een berijming zal er naar moeten streven, dit materiële kenmerk van de poëzie tot zijn recht te doen komen.
Na deze enigszins pessimistisch getinte inleiding eerst een klein maar optimistisch intermezzo. Er is toch meer kans, dat bij een berijming van de Psalmen iets bruikbaars te voorschijn komt dan het na het gezegde lijken kan. Een voorbeeld. Een oudtestamenticus van naam heeft de euvele moed gehad van Ps. 119 te schrijven: het is ‘das inhaltloseste Produkt, das jemals Papier schwarz gemacht hat; mit ihm könnte man einen Ketzer eher mürbe machen als mit sämtlichen sieben Busspsalmen’; enz. Voorts: de berijming van 1773 heeft aan zeer hevige critiek blootgestaan. En nu is het merkwaardige, dat deze zo zeer gehoonde Psalm in een hevig aangevochten berijming toch gedurende vele generaties troost en steun heeft geboden.
'k Wend me nu maar rechtstreeks tot de nieuwe ‘proeve’. Twee restricties. 1e. 'k Heb geenszins reeds alle hier geboden berijmingen aan de grondtekst, of ook maar aan de ‘Nieuwe Vertaling’ getoetst; dat is een tijdrovend karwei; 'k heb me beperkt tot het nemen van steekproeven. 2e. Voorzover ik een oordeel geef, betreft dat alleen de aansluiting aan de grondtekst, wil men aan de ‘Nieuwe Vertaling’.