Redaktioneel
De lezer treft in dit tijdschrift niet te dikwijls polemieken aan - en zeker geen polemieken van een omvang als de hiernavolgende bijdrage van Ad den Besten, die een groot deel van deze aflevering vult. Wij achten datgene wat onze medewerker ter sprake brengt evenwel van zo groot belang, dat wij meenden een inbreuk te mogen maken op deze gewoonte.
Voor een goed begrip is het nodig, dat de lezer het volgende weet:
Eind oktober van het vorige jaar zag bij de U.M. Holland te Amsterdam de bloemlezing Dichters van morgen het licht, waarin Ad den Besten gedichten bijeenbracht van 59 dichters en dichteressen, die tot dan toe nog niet hadden gebundeld. Dit boek was nauwelijks op de markt, of er verscheen een ‘manifest’ in krantenopmaak, uitgaande van het Vlaams-Nederlandse avantgarde-tijdschrift Gard-sivik, waarin, acht man sterk, een aanval werd gedaan op deze bloemlezing en op Ad den Besten als bloemlezer, essayist, poëziebeoordelaar en persoon, te weten door: Simon Vinkenoog, Hans Sleutelaar, Cornelis Bastiaan Vaandrager, C. Buddingh', Hans Andreus en door de Vlamingen Gust Gils, René Gijsen en Hugues G. Pernath. Het is dit pamflet (verschenen onder de titel Onder 1 hoedje en à raison van vijfentwintig cent verkrijgbaar bij Hans Sleutelaar, Essenburgsingel 117a, Rotterdam), waartegen Ad den Besten zich in deze polemiek richt.
Behalve naar genoemd geschrift wordt in de Open Brief herhaaldelijk verwezen naar ‘het Maatstaf-nummer’. Daarmee is bedoeld de december-aflevering van het tijdschrift Maatstaf (Daamen N.V., 's-Gravenhage), die, onder de titel Experimenteel perspectief en geredigeerd door Paul Rodenko, een groot aantal, vaak interessante bijdragen bevat over de stand van zaken bij en de toekomst van onze hedendaagse poëzie. Den Besten publiceerde daarin een terrein-verkennend artikel over De ‘post-experimentele’ poëzie, terwijl ook Hans Sleutelaar c.s. (de Gard-sivik-groep derhalve) in dit nummer vertegenwoordigd zijn met een aantal standpuntbepalingen t.a.v. de hedendaagse poëzie. Verder bevat het nummer gedichten zowel van diverse medewerkers aan Dichters van morgen als van Gard-sivik-representanten. Tenslotte is ook nog een derde verwijzing noodzakelijk. Aanvankelijk was het Ad den Bestens bedoeling, zijn Open Brief tegelijkertijd zowel in Ontmoeting als in Gard-sivik te publiceren. Dit stuitte echter op moeilijkheden. Belangstellenden wijzen wij er nu op, dat in het eerstvolgende nummer van Gard-sivik Hans Sleutelaar op Den Bestens Open Brief zal antwoorden.
Het lijdt o.i. geen twijfel, dat in deze diskussie, vooral nu ze uit de sfeer van hetze en rankune is weg-getild, zeer belangrijke dingen ter sprake komen met het oog op het heden en de toekomst van onze Nederlandse poëzie.