Ontmoeting. Jaargang 10(1956-1957)– [tijdschrift] Ontmoeting– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 367] [p. 367] Anna Mertens En zegt Gij nu aan 't kruis: Ik moet betalen Voor elke daad, gedachte en ieder ademhalen. Elk zondig woord, Elke verbittering, onkuisheid, iedre smaad, Elk stelen, roven, iedre overdaad En iedre moord? En zegt Gij nu: o Heer, ik deed ook dit. Ik deed, waarom de één gevangen zit En de ander lijdt, 'k Verspreidde ziekten en ik zond de dood, Oorlogen voerde ik, bloed vergoot ik rood Nu is 't mijn tijd. Dit is Gods straf: waarom verlaat Gij mij? Is er geen hulp, vergeving niet? Kunt Gij Geen hulp meer schenken? Moet ik de schuld van allen boeten? laat Gij mij alleen, mijn God en toeverlaat, Kan ik nog denken? Het is het eind, maar in de diepste nacht Spreekt plots uw stem, o Christus: ‘'t Is volbracht.’ Nu moet Gij sterven, Nu kùnt Gij sterven, want de dood is dood. Eén nacht, drie nachten, dan het morgenrood In tedre verven. Vorige Volgende