Ontmoeting. Jaargang 10(1956-1957)– [tijdschrift] Ontmoeting– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 213] [p. 213] M.H. Rijnsburger ik neem langzaam de draad op die ik welbewust had laten schieten ik dacht wat voor zin heeft het gedichten te schrijven wat niemand het alleen zijn van het voorhoofd wist en wat voor zin heeft het verward te raken in het struikgewas van een gecultiveerde twijfel misschien had ik wel gelijk maar diep in mij, diep in mij leeft toch de hoop dat God mijn snaren weer bespelen zal met de melodie geloof aarzelend begin ik te zoeken of ik tussen de dure wissels op de toekomst en de formulieren om een dode aan te geven nog een levend woord kan vinden een woord blauw als de lentehemel licht als libellen boven een avondmeer en levend als het levende water van een bergbeek ik wacht tot ik een vers kan schrijven zonder het persoonlijk voornaamwoordje ik een vers van slechts drie letters: GOD. Vorige Volgende