Het schot valt en de heer Specht lacht zich een kriek, want nu haalt hij de soldaat over het berevel aan te trekken en Berenvel te worden: afzichtelijk monster; vreselijk zeven jaar lang in zo'n vermomming te moeten rondlopen... maar, Berenvel is tegelijkertijd schatrijk geworden en na zeven jaar zal hij zijn vermomming mogen verliezen en zijn geld behouden.
Boule bezwijkt natuurlijk voor het geld van Berenvel en huwelijkt Minou aan het monster uit. Deze is dadelijk in diep meelij voor de lelijkerd bevangen, doch moet eenzaam achterblijven, als Berenvel in wroeging over zijn lelijkheid wegtrekt.
Opnieuw een spechtenstreek: Berenvel komt terug, onvermomd. Zal Minou nu voor de verleiding bezwijken? Ja... nee... ja... nee, gelukkig niet: zij blijft de lelijke Berenvel trouw en wil de mooie man onverrichter zake wegsturen, als het blijkt, dat deze de andere helft van de doorgebroken trouwring bezit, die zij als kleinood der liefde trouw heeft bewaard. Laat het nu toch Berenvel zijn! Muziek barst los en fiedel een vrolijk uiteinde. O, nee, nog even wachten, hoe het met de andere dochter van de heer Boule is gegaan. Ja, dit is gelukkig ook goed gekomen. Zij wordt na veel geharrewar het levend eigendom van heer Léon, onnozel, maar rijk. Heeft die Boule een goede avond gehad...
Men begrijpt, dat men een en ander symbolisch moet duiden. Dat moest men Godot ook en allen, die symbolen kunnen duiden, hebben weer stof genoeg om honderd uit te snappen.
Toch komt het mij voor, dat de symbolisten liever op Godot aanvallen, dan op Berenvel; want bij Godot kan men ernstig blijven kijken, maar bij Berenvel is dit volstrekt onmogelijk en grinnikend filosoferen is lang niet zo echt als ernstig betogen. Dit laatste, meent men, is veel diepzinniger.
Zo is het tienjarig Nederlands-Belgisch cultureel akkoord geestrijk gevierd met Minou en Berenvel; wie roept daar: ‘La Belle et la bête? Dat is niet aardig voor Paul Willems, die oprecht gepoogd heeft de kaaskoppen van boven de Moerdijk experimenteel te amuseren. Heus, hij is daarin geslaagd, want, hoe men zijn Berenvel ook uit mag maken: als ‘los zand’ of: ‘flauw verhaal’ of ‘pronken met andermans experimentele veren’ of hoe dan ook... een feit is, dat de auteur twee rasechte acteurs als Ida Wasserman en Johan Valk gelegenheid heeft gegeven om een avond lang als echtpaar Specht zo meesterlijk voor gek te speien, als ik bij mijn weten nog niet eerder op een Nederlands toneel heb gezien.
In de thriller ‘Het huis aan het meer’ heeft onze Haagsche Comedie een Engels toegiftje gegeven. De auteur Hugh Mills heeft hierin gestreefd naar een thriller van het betere genre. De inleider tot het programma is ook deze mening toegedaan, want hij citeert een wijze uitspraak van W.H. van Eemland, - de Nederlandse producent van dit betere genre. Regisseur Jan Retèl heeft ook al gestreefd naar deze hoogstaande kwaliteit en het stuk een nadrukkelijke regie meegegeven, met de traagheid als psychologisch hulpmiddel om uiterste spanning te wekken en de ernst goed