ontslaan van de taak een beschrijving in woorden te geven van klanken die met geen ander geluid vergelijkbaar zijn. Het karakter ervan kan echter in het algemeen wel met luguber, onwezenlijk en onaards omschreven worden.
Eén voorbeeld dat wellicht tot de verbeelding spreekt vinden we in de zogenaamde sinustoon, die wordt opgewekt door een sinusgenerator. Wat wij in de muziek onder ‘toon’ verstaan is een samenstelsel van grondtoon met harmonische boventonen die het timbre, het klankkarakter bepalen. (Een A op een piano klinkt totaal anders dan een A op een klokkenspel of een gitaar. Materiaal en vorm van de instrumenten bepalen sterkte en aantal van de boventonen die de klank zijn timbre, het timbre van het instrument dus, geven).
De sinustoon nu is de naakte grondtoon zonder boventonen, zonder timbre, zonder karakter. Men kan nu aan deze sinustoon weer een aantal boventonen naar verkiezing toevoegen en daarmee tevoren het timbre bepalen dat men wenst te laten horen. Dat is een van de vele mogelijkheden die het elektro-akoestische klankenmateriaal biedt.
Een belangrijk hulpmiddel, dat de snelle ontwikkeling van de elektronische muziek mogelijk heeft gemaakt, is de magnetofoonband. Daarop worden alle geluiden die de elektronische componist voor zijn muziek nodig heeft vastgelegd. Door middel van versnelling en vertraging van de bandloop, het dubbel opnemen en door omkering van de opgenomen geluiden wordt het uit de elektronische klankverwekkers verkregen geluidsmateriaal verwerkt. De magnetofoonband is te vergelijken met de partituur bij het traditionele componeren. In het laatste geval echter worden de genoteerde tekens later door tussenkomst van de uitvoerende musicus in klanken omgezet terwijl ze bij de elektronische compositie via een versterker en luidsprekers ten gehore worden gebracht zonder de mogelijkheid van beïnvloeding door de mens. Wie een elektronische compositie hoort, wordt allereerst getroffen door de indruk van ruimte en helderheid die deze ondefinieerbare klanken geven. Spoedig echter ondergaat men de geestdodende werking van de mechanische herhaling, ondanks de schijnbaar onuitputtelijke variatiemogelijkheden in ritme en klankkleur. Het is als met een wals van Chopin die men via een pianola hoort: dat blijft een aantal tonen in de juiste volgorde en in het juiste tempo. En de meest ingenieuze speeldoos wordt muzikaal onuitstaanbaar wanneer men hetzelfde wijsje een paar maal achtereen hoort. Want muziek als mededeling van schoonheidservaringen van mens tot mens verliest haar bekoring wanneer men de levenwekkende menselijke bemiddeling daarbij uitschakelt.
Alle traditionele muziekinstrumenten, tot en met de in 1846 door Adolphe Sax ontworpen Saxophone als laatste aanwinst, worden door de mens bespeeld, en daarin ligt het principiële onderscheid met het elektronische muziekmaken.
Een muziek die zich los van de menselijke beïnvloedingssfeer afspeelt