Ontmoeting. Jaargang 9(1955-1956)– [tijdschrift] Ontmoeting– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 328] [p. 328] Aad Hollebeek Kleine suite der cultuur 1. in deze nacht heb ik niet geschreeuwd niet gehuild geslapen heb ik. alleen. en gedroomd en dromen zijn bedrog wist je dat niet kleine messenwerper naar het geluk en waarom zong je niet toen je wakker werd de liedjes die ik kende zijn vannacht met gisteren gevlucht 2. wij zien de dingen om ons heen vader moeder onze vrienden heel zuiver en onjuist haten met liefde en hebben niet meer lief voor de zon of voor het gras omdat we zo moe zijn geloof je omdat we zo moe zijn. [pagina 329] [p. 329] 3. onze vingers zijn kort en kunnen makkelijk gebroken worden maar we lachen er nog mee en grijpen en leven lang en altijd hebben we een trompet in de zak om voor onze vrienden de last post te blazen of een halleluja 4. we kunnen vriendelijk zijn buigen en knikken en haten achter de hand we kunnen luisteren met beide oren wijdopen en spreken met onze mond dicht en savonds zitten we in de glazen stolp van ons huiselijk geluk als dragers der cultuur te kijken naar de televisie [pagina 330] [p. 330] 5. in het licht lopen. zijn we verdrietig en vrolijk en de mensen vrolijk en somber alleen de huizen zijn altijd eender: hoog en bezweet kijk daar woon ik zelfs de nacht brengt geen koelte en als ik je dus welterusten zeg bedoel ik daarmee dat we morgen iets verdrietiger zullen zijn 6. ik wil een bloem zijn zeg je kijk eens naar je vergroeide vingers je voeten zijn vierkant en onze gezichten staan hard en vriendelijk laten we menselijk zijn als we elkander weerzien geen stoot in de rug maar een glimlach als kille voldoening voor ons fatsoen ja natuurlijk zullen we bloemen zijn [pagina 331] [p. 331] 7. vroeger kon ik de huizen aanraken en spraken zij mij toe was de stad een blokkendoos met ramen van rood mica speelde ik met kinderen en vogels als wanneer ze van chocola vroeger scheen de nacht een huiverend warmbloedig wonder 8. ik moet WOORD zijn en het woord machtig en vierkant tastbaar hoorbaar in mij [pagina 332] [p. 332] 9. ik geloof dat de huizen bol willen staan als witte zeilen dat de bomen hijgen als paarden in de wind dat de woorden zich hullen in mantels van bont ik geloof dat god gloeiend als god zal opstaan in een dood land Vorige Volgende