Ontmoeting. Jaargang 9(1955-1956)– [tijdschrift] Ontmoeting– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 304] [p. 304] H. Ravestein Jeugd ik mocht de straat niet uit ik mocht eens verdwalen wat is dat eigenlijk verdwalen en bovendien je kan toch wel verdwalen ook al ga je de straat niet uit ga je mee voetballen op het grasveld achter de kerk of zullen we gaan kijken naar de schepen in de haven nee laten we verstoppertje gaan spelen op de kade tussen de kisten en de zakken met z'n tweeën zeker dat kan niet met z'n tweeën verstoppertje spelen jawel kom mee het kan best hoeveel lampen hangen er in de kerk dat is niet te zeggen soms zijn er meer soms minder dan de vorige keer de dominee heeft een witte bef die omkrult is dat misschien een tong als van vuur maar vuur is rood een rode bef zou mooier staan en rode pepermunt maar dat kleurt niet bij het zwarte zakje die rode peper tussen de andere munten en hoe staat het met de rode klonje kom ga mee dan wandelen we naar de molen en als we het dorp uit zijn geef ik je een hand dan kunnen we beter praten over van alles en nog wat bij [pagina 305] [p. 305] voorbeeld slaat jouw vader wel eens honden de mijne wel gemeen is dat maar dat mag je niet zeggen want het is je vader laten we niet meer praten kom dicht bij me en zeg niets als je wilt mag je zachtjes huilen in mijn schouder geen denken meer straks help ik je wel met je kleren je haar in mijn handen is genoeg Vorige Volgende