de vrouw op wie hij altijd in stilte verliefd is geweest. Nu Bess ‘vrij’ is kan hij haar trouwen, wat en passant geschiedt met behulp van een naburig advocaat. Alles gaat goed tot het moment dat Crown zich weer in Catfish Row vertoont en zijn vrouw opeist. Porgy toont zich een ‘man’ en in een gevecht doodt hij Crown, wat een hele opluchting is voor de buurt. Maar men zit met de wettelijke consekwenties. De politie daagt op en neemt Porgy mee. Dan haalt de listige Sportin' Life de radeloze Bess over met hem naar New York te gaan; Porgy komt toch niet meer terug, beweert hij. Cocaïne breekt weer de laatste weerstand bij Bess en zij vertrekt met Sportin' Life. Na een week komt Porgy echter terug in feeststemming, men heeft hem vrijgelaten.
Als hij ontdekt dat Bess weg is gaat hij haar achterna in zijn invalide-wagentje; duizenden kilometers scheiden hem van Bess, maar zijn liefde geeft hem de moed haar te gaan zoeken.
In grote trekken is dit het verhaal dat Gershwin van een muzikale commentaar voorzag, een verhaal dat tot berstens toe geladen is met animale driften, hoog oplaaiende hartstochten, felle zwart-wit contrasten. Een verhaal waarin een levendige schildering gegeven wordt van de kleine negergemeenschap waarin het speelt. Een verhaal ook dat als het ware vraagt om muziek, omdat muziek voor de neger de uitlaatklep is in vreugde en ellende, bij feest en rouw, in voorspoed en bij rampen.
Het merkwaardige feit doet zich bij deze Porgy and Bess voor dat George Gershwin, een uit Joods-Russische emigrantenouders geboren blanke, deze muziek schreef met een ongeëvenaard aanvoelingsvermogen voor kleur en sfeer. Hij verwerkte daarin de karakteristieke elementen van de blues en de spiritual, hij adopteerde de typische ritmische en melodische kenmerken van de negroïde muziek, maar hij kwam niet los van de invloeden van de vermaaksindustrie van Broadway. Daardoor is zijn Porgy and Bess muzikaal beschouwd niet meer dan een voortreffelijke show, hoe dicht hij ook soms het idioom van de negermuziek in enkele songs en spirituals benaderde. Waar hij buiten de songs om (die men hier als de aria's in een traditionele opera kan beschouwen) tot illustratie van de handeling overgaat, is zijn muziek beslist zwak en ontoereikend. Gershwin, de componist van het korte pakkende liedje, miste de potentie voor een dergelijke muzikale opgave. Met name in het tweede deel van dit werk komen grote gedeelten voor die muzikaal totaal mislukt zijn, wat men tenauwernood bemerkt, omdat de flitsende handeling alle aandacht opeist. Een handeling die in haar openhartigheid voor onze begrippen weleens iets teveel aan het realisme offert, maar waaraan men toch geen aanstoot neemt omdat alles met een zo volkomen oprechte en natuurlijke ongegeneerdheid en met een zo ontwapenende overgave wordt gedaan. En daarmee komen we op de voorstelling zelf.
Men weet het, de Everyman Opera Inc. reist nu al drie jaar met dit stuk de wereld rond en overal is het succes overweldigend. Avond aan avond staan deze neger-acteurs op het toneel en avond aan avond schijnen zij