Ontmoeting. Jaargang 9(1955-1956)– [tijdschrift] Ontmoeting– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 137] [p. 137] C. Rijnsdorp Soms Soms heeft hij zó genoeg van woorden, zijn eigene incluis, verzadigd van wat hij las en hoorde, dat hij radeloos dwaalt door het huis, niet wetend waar het te zoeken; te zeer op leven gespitst dan dat zijn verlangen door boeken of verzen kon uitgewist. O God, hoe moet ik verder leven, volstrekt illusieloos, als de roes het bloed heeft begeven, geen verte meer blauwt of bloost? Uit een jong en onstuimig dringen, een Aufschwung vol romantische muziek bleef gezondheid, een schouwen der dingen, het geklap van een duivewiek. Onder een bank van blauwe wolken zakte mijn late levenszon. Nooit heeft mijn dag zo geblonken! Of dit de nacht weerhouden kon! De verhuizers zullen spoedig komen: kasten en laden zijn geleegd en langs het pad met de kale bomen zijn de blaren al weggeveegd. Hij is toen maar wat gaan lopen tussen huizen, nieuw en met veel glas. 't Was een meisje, spelend met haar poppen, dat hem van zijn spleen genas. Vorige Volgende