En de zee was niet meer...
Aart Romijn
Bert Haanstra is een dichter... Mocht ik dit niet geweten hebben na zijn wonderbaarlijk mooie filmpje ‘Spiegel van Holland’, dan heeft het aanschouwen van zijn ‘En de Zee was niet meer...’ het mij gezegd. Hij is de dichter van licht en donker, van de steeds weer boeiende contrastwerking tussen deze twee.
Er staat een meeuw tegen een hoge lucht, er klingelt een carillon, er zingt een tweede, een derde, en de korte, aangrijpende documentaire over het verdwijnen van de grote watervlakte, die eens Zuiderzee heette, is begonnen.
Bert Haanstra heeft geen acteurs nodig gehad voor zijn gedicht. Hij kon volstaan met de bewoners van het land rondom het IJselmeer. Ze waren willig - de Markers, de Volendammers, de Spakenburgers, en daardoor kon die hechte eenheid ontstaan. Bert Haanstra had de visie, hij wist zijn naamloze medewerkers te bezielen en er ontstond een uitermate gaaf geheel: een filmpje van 24 minuten, dat, waar het hièr reeds vermocht sterk te ontroeren, in het buitenland nog meer zijn taak zal vervullen: belangstelling wekken voor ‘the low countries’.
Zon en schaduw, doop en begrafenis, jeugd en ouderdom - de symbolen van de tijd. Maar hoe weet Haanstra ze te gebruiken. De doop in de kerk te Spakenburg, waar een simpel hoofdknikken van de meter getuigt, hoe intens ze de doop beleeft, het vieren van de bruiloft op Marken. en vooral de begrafenis. Er is geen kist te zien, in het beeld komen slechts Markers, of Volendammers, of Spakenburgers. Maar steeds wisselt dit beeld af met dat van de stervende zee: de camera brengt ons steeds dichter bij de machtige machines die de zee ‘niet meer doen zijn’.
In deze ‘begrafenis’ zit voor mijn gevoel de grote waarde van de film: de schaduw van de dood, die over het leven hangt, is de grote bedreiging van het gebied rondom de oude Zuiderzee. De zee was niet meer... Toch kon dit voor Haanstra niet het laatste woord zijn. Uit de zee werd het land geboren, en het gevoelige camera-oog ving het ruisende koren, het volle leven dat kiemde uit de dood.
Torens en gevelstenen, symbolen van vergane glorie.
Kinderen en ouderen, gave en verweerde gezichten getuigen van het stuwende leven.
Moeizame visvangst op de grote plas, en het gevaar dat het water bedreigt: de grijper, die de dijk aanlegt, de groeiende dijk zelf...
Haanstra maakte de film in opdracht van het departement van O.K. en W. Men had geen betere cineast kunnen kiezen dan juist deze man, die aandacht heeft voor het anecdotische en het algemene, voor het kleinste detail en het onvergankelijke.
Hij had uiterst bekwame medewerkers. De muziek is van Jan Mul, de