Ontmoeting. Jaargang 8(1954-1955)– [tijdschrift] Ontmoeting– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 262] [p. 262] Roel Houwink Voor het inslapen wie zal mij roepen morgenvroeg zal het de dood zijn of een nieuwe dag die ik misschien nog leven mag zal ik het kraaien van de hanen horen of zal ik wentlend in benauwde dromen het donker ingaan van een blinde nacht zal door mijn venster breed het zonlicht stromen of zal het niets mij in zijn schoot bewaren en mij herbaren aan de dood o leven liefelijk o leven broos en ongeborgen als najaarsblaadren op voortsnellend water wegijlend op de sprakeloze tijd waar zal het landen waar o waar ik moet de ogen sluiten en mij toevertrouwen ik kan niet anders dan mijn handen vouwen en scheep gaan dapper scheep gaan op de oceaan van uw erbarmen [pagina 263] [p. 263] en zeggen dit neen heer gij kunt niet menen dat deze nacht het eeuwig einde is en nimmermeer uw zon zal dagen voor mijn nog onverzade ogen en nimmermeer uw woord zal voeden mogen 't ondelgbaar heimwee van dit hart naar u Vorige Volgende