Ontmoeting. Jaargang 8

[p. 161]

[Ontmoeting 1954, nummer 5]

C. Rijnsdorp
De goede huisvrouw

Zij woont in Uitleggers huis,
aangesloten op het lichtnet der openbaring,
centraal verwarmd door liefde.
's Morgens ontsluit zij de vensters op de wind.
Haar zonden glinsteren
als stofjes
in de zonnebaan der genade.
Ze heet E.M.M.:
Eva Maria Martha.
De ganse dag hanteert zij vaten ter ere
en ter onere.
Driemaal daags bereidt zij de agapè;
het gerei glinstert van haar liefde.
Zij tuchtigt de kleden met de roede.
Wat vuil en verachtelijk is
draagt ze ongemerkt de woning uit.
Ze doet het water neuriën,
het blaast - selah - op de fluit.
Ze bakt koeken met zelfrijzend evangelisch meel.
Reine heilskleren,
wit gesteven en gestreken,
bergt ze in de kast van haar geduld.
Haar man pijnigt zich af met wijsgeren
en vermoeit zich dodelijk aan kunst,
maar zij beweegt zich te midden van zinnebeelden
en leeft aan der dingen hart.
Voor de jongen is zij een levensbron,
voor de groten een thuishaven.
Haar handen helen wat gescheurd is
en zij geeft rekening van haar rentmeesterschap.
Zacht slaapt zij in,
maar ontwakend wordt zij overvallen door andermans zorgen.

[p. 162]

 

God make het ijs van haar dood

 

als een beekje in de lente.

 

Als zij de ogen opslaat

 

omringen haar alle betekende zaken,

 

en zij vindt Hem, die aller tekenen Teken is.

 

Hoe verwonderd is zij thuis,

 

waar niets meer wordt uitgelegd.