Ontmoeting. Jaargang 7(1953-1954)– [tijdschrift] Ontmoeting– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 150] [p. 150] C. Vermeer Als het avond wordt Als het avond wordt en het donker zich legt om de dingen, sluipt de vrees ademend om ons rond; mijn kindren in hun bed kruipen huiverend weg diep in de warme schoot der dekens als hun laatste toevlucht, om de geluiden van het huis en het wrijven van de wind langs het dak niet meer te horen; en ik staar in het donker en kan hen niet behoeden; als ik mij leg tot de slap ben ik even weerloos als zij; het kleine schip van mijn woning vaart over het donkere water van een zwijgend gericht door de stilte van de nacht als een eenzame ark van ingekeerd leven, weerloos en onontkoombaar in genadeloze verlorenheid onder de kille strakheid der sterren, de roerloze wachters van het doodsgeheim. Waak over ons o God! Waak over ons en laat ons geborgen mogen zijn in een wereld die Gij tot een schoot van barmhartigheid omschept. Vorige Volgende