Ontmoeting. Jaargang 5(1950-1951)– [tijdschrift] Ontmoeting– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 442] [p. 442] Anna Mertens Sonnet Wat heb ik, dat Gij zó mijn vriendschap acht, Wat zult Gij, zo 'k U volg, mijn Jezus, winnen, Dat aan mijn deur Gij leunt in droef bezinnen, Doornat van dauw, in donkre winternacht? Hoe heeft mijn harde hart Uw trouw veracht, In mijn verdwaasdheid liet ik U niet binnen Ach, mijn ondankbaarheid! Zie, daar beginnen Uw voeten te bevriezen op Uw wacht. Hoe dikwijls sprak reeds de engel tot mijn ziel: ‘Rijs op, en wil naar 't venster u begeven, Hardnekkig klopt de liefde van uw Heer.’ En even dikwijls ook mijn antwoord viel: ‘Ik doe Hem morgen open!’ Heer van 't leven, En morgen geef ik U dit antwoord wéér.... Uit het Spaans naar Lope de Vega (1562-1635) Vorige Volgende