vijf zangsolisten. Bachs Hohe Messe (in Naarden) en de Mis van Strawinsky (in de Amsterdamse Bachzaal) hebben de toehoorders om verschillende redenen in verbazing gebracht. Voeg daarbij nog de diverse andere uitstekende opera- en kooruitvoeringen en ge hebt een globaal overzicht van het ongemeen interessante vocale deel van het programma.
Orkestconcerten van Residentie-Orkest en Concertgebouw Orkest onder Antal Dorati (een van de grootsten onder de dirigenten), Leopold Stokowski (show, maar van een zeer bijzondere soort), George Szell (perfect vakman), en van Otterloo (die uitstekend in dit gezelschap past), brachten programma's die in samenstelling en uitvoering aan zeer hoge eisen voldeden.
Met de vele kamermuziekavonden en solo-recitals erbij, werd dit Holland Festival zodoende een binnen één maand gecomprimeerd concertseizoen dat zich door een vrij hoog artistiek gemiddelde onderscheidde, doch waarin overigens niets geboden werd wat niet in een gewoon seizoen geplaatst zou kunnen worden.
Een uitzondering was de internationale orgel-improvisatie-wedstrijd in de St. Bavo te Haarlem. Dit bijzonder geslaagde experiment was echter alleen maar formeel in het Holland Festival opgenomen. Initiatief en organisatie gingen geheel van Haarlem uit en de jaarlijkse herhaling van deze wedstrijd zal eventueel geheel los van het Holland Festival plaats vinden.
Hiermede komen we nu op het punt waarop het Holland Festival voor ernstige critiek vatbaar is. Zolang men het als een brillante, en een tikje snobistische, manifestatie van vertolkingskunst beschouwd, voldoet het meer en meer aan de hoogste eisen. Maar het heeft zich de kansen, die het in opzet had, om een propagerend en stimulerend instituut voor de eigen muziekcultuur van het heden en het verleden te worden, volkomen laten ontglippen. Het allerminste wat het had kunnen doen zou het geven van opdrachten aan Nederlandse componisten geweest zijn. Over het hele festival verdeeld zou men, zonder bevreesd te zijn het publiek ‘kopschuw’ te maken, zeker een koorwerk, een orkestwerk, een compositie voor solo-instrument met orkest, en een paar kamermuziekwerken van Nederlanders kunnen introduceren. Wij denken hierbij bijvoorbeeld ook aan de prachtige beiaarden waar ons land beroemd om is en die dus voor de buitenlanders (die men alleen met grote namen van het internationale podium meent te kunnen trekken) een goede attractie vormen. Er zijn heus wel componisten die een artistiek verantwoord werk voor koor, orkest en beiaard kunnen schrijven. Uitvoering van een dergelijk in opdracht gecomponeerd werk zou bovendien in de open lucht gelegenheid scheppen een veel breder kring van onze bevolking aan de geneugten van een Holland Festival te doen deelhebben. De zgn. massaconcerten zijn, ondanks de ongunstige omstandigheden waaronder zij tot nu toe (en zeer sporadisch) gegeven werden steeds een succes geweest. Het zou de moeite lonen hier veel meer aandacht en zorg aan te besteden.