Ontmoeting. Jaargang 5

[p. 401]

D.I. Bouman-Eringa
Sonnet

Ondanks de rust van oog en mond
verteer ik mij in een gevecht
dat krachten sloopt, de ziel verwondt
met wapens, nimmer neergelegd.

- Waarom, heb ik Hem toegesist
tussen de muur van tanden heen,
- is Uw gebod slechts duivelslist,
waarin wij vallen, één voor één?

Hij legt, met souverein gebaar
beslechtend twist die Hem verveelt,
onbruikbaar leem als afval klaar

en Hij boetseert met vaste hand
opnieuw Zijn Godlijk evenbeeld,
bloedwarm en helder van verstand.