Ontmoeting. Jaargang 5(1950-1951)– [tijdschrift] Ontmoeting– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 374] [p. 374] Anthonie Stolk Bellerophon Bellerophon, ik die het vuur voor Artemis mijn leven lang gevoed heb, en het lofgezang mocht leiden in het avonduur, wanneer de Grieken eensgezind, zo man als vrouw, zo 't speelse kind als de oude met zijn grijze baard stil in de voorhof staan geschaard, en op het rhythme der muziek, stijgend op ongeziene wiek, 't gebed naar godensferen zweeft, naar Artemis, die eeuwig leeft, - de koopman bidt voor vrouw en kind, eer hij zijn handelsreis begint; de boer bidt voor zijn dorstig land; de rusteloze muzikant, die zwervend door gehucht en stad, nog nergens rust gevonden had, bidt voor 't versleten instrument; het kind bidt, schoon 't geen woorden kent; de dief bidt, die wel woorden weet, maar telkens weer de zin vergeet; de zondaar bidt en zondigt weer, maar eens bidt hij de laatste keer - ik ben dit alledaags gedoe, dat niemand kent, als ik het ken - vraag niet, waarom ik priester ben - zo moe, zo niet te zeggen moe. Uit: Hellas' Ondergang. Vorige Volgende