Ontmoeting. Jaargang 5(1950-1951)– [tijdschrift] Ontmoeting– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 291] [p. 291] Inge Lievaart Regen O hart, waarin dè regen sliep, wie was het, die haar wakker riep tot zwerven en zij ruiste uit met aarzelend, met dun geluid? Hoor, zij zegt fluisterend haar naam, stil voor zich heen, van raam tot raam; maar roert zo vluchtig slechts het glas, dat geen bemerkt, dat zij daar was, dat geen bemerkt, hoe dun en bloot zij van het werend venster vlood. Een dunne stem dwaalt af en aan - waar is het oor, dat kan verstaan? Keuze De stille vreugde aan de stille dingen, die niet te snel vergaan; het helder klinken van hun simpel zingen tot in het hart verstaan; daarvan niets missen, zonder dwingen diep in het wezen binnengaan. Vorige Volgende