Tot zover De Reformatie, welk blad in zijn critiek hartelijk wordt bijgevallen door De Poortwake. Dit orgaan van de Bond van Gereformeerde Meisjesverenigingen in Nederland schrijft nl.:
Hoe erg het is blijkt ook uit wat we hebben kunnen lezen in De Reformatie over de z.g. ‘Pinkster-Conferentie’ op Woudschoten, georganiseerd door en onder leiding van het ‘Contact van Prot. Chr. Auteurs’, waar een synodocratisch predikant in een kapel de ‘Kerkdienst’ zal leiden, verder zal de Zondag gebruikt worden om muzikale causerieën en voordrachten over de film, met toelichting van enkele smalfilms, te geven.
De Belijdenis, welke ook deze mensen nog zeggen te belijden, eist van ons dat we op de ‘Zondag’ tot de gemeente Gods naarstig komen, om Gods Woord te horen, de Sacramenten te gebruiken, en de armen christelijke handreiking te doen, dus tot ‘de gemeente Gods’, dat is de Kerk, te komen.
Ambtsdragers, die in 1944 zich beijverden, naar hun zeggen, de Belijdenis streng te handhaven en deswege meehielpen ambtsdragers te schorsen en uit te werpen, om van de Kerk géén Kapel te maken, zetten op Pinkster-Zondag de Kerk rustig op zij en vergaderen in de Kapel, met hen, die in 1944 nog heel wat verder van hen afstonden, dan die zij toen meehielpen ‘uit te zuiveren’.
Dit zijn twee stukjes. Er zullen er nog wel meer zijn. Ik hoorde althans dat ook een blad, dat ‘Waarheid’ en Eenheid' heet zich toornig over deze dingen heeft uitgelaten.
Grappig, zulke stukjes. Nog niet zozeer om hun inhoud als wel om het feit, dat ze geschreven worden. Weinig dominees, die een kerkelijk blad redigeren zullen het in hun hoofd halen iets goeds of iets aanbevelends te zeggen van onze jaarlijkse Pinksterconferentie. Dat vinden de meeste de moeite niet waard. Het werk, dat door een stelletje amechtige joden met veel opoffering en zelfverloochening en in gehoorzaamheid aan het gebod wordt verricht ter bevordering van de groei van het armetierige plantje der christelijke cultuur, ligt volkomen buiten hun belangstellingssfeer. Laat die lui maar tobben. Ze zijn niet wijzer. Maar niet zodra meent hun speurend oog in diezelfde Pinksterconferentie iets te ontdekken, dat niet geheel is volgens de regelen, die naar hun mening onder kerkmensen moeten gelden of zij grijpen naar de pen, dopen hem in gal en schrijven een stukje. Daaruit kunnen de kerkmensen dan op gezag van de